Artsen oefenen hun beroepsactiviteit vaak uit via een vennootschap, omdat dit bepaalde voordelen met zich meebrengt, zoals bijvoorbeeld de mogelijkheid om een betere dienstverlening aan te bieden door het samenbrengen van specialisaties of het delen van kosten. Niet alle huisartsen zijn volledig op de hoogte van de verschillende samenwerkingsvormen en de impact op de deontologische regels. Een van deze regels is dat niet-artsen geen -of slechts onder zeer strikte voorwaarden- aandeelhouder mogen zijn van een artsenvennootschap.
De Nationale Raad van de Orde der Artsen heeft eind 2022 haar visie hierover versoepeld.
Aanvankelijk stelde de Orde der Artsen zich conservatief op over wie er kon toetreden tot een doktersvennootschap. De aandelen mochten enkel in het bezit zijn van aandeelhouders die het beroep van arts uitoefenden. Niet-artsen zoals bijvoorbeeld de kinderen of partner, waren in principe niet toegelaten in een artsenvennootschap. Er werd wel een gedoogbeleid toegestaan in het kader van familiale planning. Zo konden aandelen worden gesplitst in blote eigendom1 en vruchtgebruik2 , wat in de statuten moest worden gespecifieerd. Zo moest de vruchtgebruiker steeds een arts zijn en de blote eigenaar moest een natuurlijke persoon zijn. Overigens besloot de Orde der Artsen uiteindelijk altijd geval per geval of de overdracht van aandelen uit de artsenvennootschap mocht uitvoeren of niet.
Met de nieuwe deontologische code in 2018 en met het advies van eind 2022 geldt niet langer dat de aandeelhouders van een artsenvennootschap uitsluitend artsen moeten zijn. Vanaf heden is het dus toegestaan dat kinderen bijvoorbeeld medeaandeelhouder worden. De vorm en het voorwerp van de samenwerking dienen steeds in overeenstemming te zijn met de deontologische regels. Zo mag de participatie van een niet-arts in de artsenvennootschap niet leiden tot een verstoring van de goede uitoefening en de waardigheid van het artsenberoep.
Deze nieuwe visie van de Orde der Artsen maakt multidisciplinaire samenwerkingen via een vennootschap mogelijk tussen een arts en paramedici. Ook kan de artsenvennootschap bijvoorbeeld beroep doen op externe investeerders voor de oprichting ervan. Dit kan de successieplanning van een arts aanzienlijk vereenvoudigen. Het is nog niet helemaal duidelijk of hier ook beperkingen aan zullen worden gekoppeld zoals bijvoorbeeld of de artsen steeds de meerderheid van de aandelen moeten behouden.
Belangrijk om weten, op wettelijk vlak is rond deze topic nog niets veranderd. Dit maakt dat multidisciplinair samenwerken binnen een vennootschap nog niet voor de eerstkomende tijd is. Om dit mogelijk te maken moet de wetgever eerst interprofessionele samenwerkingsverbanden wettelijk toelaten door de verankering ervan in de wettekst.
Yente Reinenbergh
Jurist
- Blote eigendom: men is eigenaar van het goed, maar men heeft niet het recht om hier gebruik van te maken bijv.: men is eigenaar van een woning, maar men mag hier niet in wonen.
- Vruchtgebruik: dit is het recht om een goed te gebruiken bijv.: men is geen eigenaar van de woning, maar men heeft wel het recht om in deze woning te mogen wonen/de woning te gebruiken.