De Nationale Raad van de Orde der Artsen werd om advies gevraagd over het delen van patiëntverhalen door artsen buiten de context van een wetenschappelijk doel. Dit advies is van toepassing ongeacht de vorm, het medium of de manier waarop het verhaal wordt verspreid, zoals via geschreven tekst, video- of audio-opnamen.
Patiënten vertrouwen hun arts omdat goede zorg hiervan afhangt en omdat zij rekenen op vertrouwelijkheid en respect. Wanneer een patiënt later wordt opgevoerd in een verhaal dat losstaat van de zorgverlening, wordt hij gebruikt voor een doel waar hij geen invloed op heeft.
Het delen van medische ervaringen kan vanuit een breder perspectief waardevol zijn, maar de manier waarop een arts deze verhalen vertelt, kan gevolgen hebben voor de betrokken patiënten en het vertrouwen van de samenleving in de medische beroepsgroep beïnvloeden.
Een arts mag niet vrijelijk gebruikmaken van informatie die hij verkrijgt tijdens zijn werk. Hij moet zorgvuldig afwegen tussen zijn rechten, zoals de vrijheid van meningsuiting, en zijn plichten. Als vertrouwenspersoon is hij wettelijk gebonden aan het beroepsgeheim, dat ook na het overlijden van de patiënt blijft gelden. Patiënten hebben recht op privacy en bescherming van hun gezondheidsgegevens, ook buiten de zorgcontext.
Het respecteren van de menselijke waardigheid van de patiënt is niet alleen wettelijk vastgelegd (artikel 5, tweede lid, van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt), maar ook een fundamenteel deontologisch principe. Dit geldt zelfs als de patiënt niet direct identificeerbaar is.
De primaire verantwoordelijkheid van een arts is het beschermen van de gezondheid en het welzijn van de patiënt. Hij moet zich bewust zijn van de impact die het kan hebben wanneer een patiënt zichzelf herkent in een verhaal en ziet hoe zijn medische situatie – die voor hem een bron van angst en lijden is – door de arts wordt besproken. Respect voor menselijke waardigheid en medisch beroepsgeheim beschermt niet alleen het individu, maar is ook cruciaal voor de toegankelijkheid van de zorg. Angst voor schending van vertrouwelijkheid of kwetsende uitspraken kan ertoe leiden dat patiënten minder snel hulp zoeken.
Daarom moet een arts zich laten leiden door medische ethiek en de Code van Medische Deontologie. Bij het publiceren van informatie dient hij steeds voorzichtig en zorgvuldig te handelen, om de eer en waardigheid van het beroep niet in gevaar te brengen.
Yente Reinenbergh
Jurist