Juridische dienstverlening

Inleiding  Stel uw vraag  Nieuws  FAQ  BTW  Documenten  GDPR

Agressie tegen artsen

25 apr 2023

De Nationale Raad van de Orde der Artsen sprak zich recent uit over de toename van het aantal meldingen van agressie tegen artsen. 

Het aantal meldingen van agressie bij het meldpunt van de Orde der Artsen neemt toe en bereikte in 2022 een betreurenswaardig hoogtepunt. Uit deze cijfers blijkt de complexiteit van deze problematiek, onder meer de verschillende vormen van agressie. De aanpak is multifactorieel, en er is nog veel studiewerk nodig om de meest doeltreffende interventies te kennen. 

Naar aanleiding van de moord op dr. Patrick Roelandt werd door de Nationale Raad van de Orde der Artsen in 2016 een meldpunt opgericht. Sinds 2016 kwamen hier 434 meldingen binnen waaronder 59% voor verbaal geweld, 21% voor psychisch geweld, 17% voor fysiek geweld en 2% voor seksueel geweld. Daarnaast zijn er ook nog gelijkaardige meldpunten bij huisartsenkringen, ziekenhuizen en beroepsverenigingen (bijv.: meldpunt door hulporganisatie Arts in nood). De fragmentatie van meldpunten en de onderrapportage van meldingen zorgt natuurlijk voor uiteenlopende resultaten. 

De voornaamste resultaten voor huisartsen worden hier kort toegelicht.

  • PLAATS VAN AGRESSIE
    In de ambulante zorg vindt agressie voornamelijk plaats in de eigen praktijkruimte en op huisbezoek, maar ook via de telefoon en sociale media. 
  • AANLEIDING VOOR AGRESSIE
    De aanleidingen zijn zeer divers, zoals onenigheid over attesten en voorschriften, ergernis die opgelopen is tijdens de wachttijd of miscommunicatie tussen arts en patiënt.
  • PROFIEL VAN DE DADER
    Uit de analyse blijkt dat het vaak om gekende patiënten gaat. 
  • PROFIEL VAN DE ARTS
    Vrouwelijke artsen en jongere artsen met minder praktijkervaring hebben meer kans om het slachtoffer te worden van agressie.

Alle stakeholders betrekken en er één gezamenlijke actie ondernemen is momenteel aan de orde: sensibilisering van de bevolking, opleiding van artsen, en registreren van klachten via eenzelfde meldpunt. De Nationale Raad van de Orde der Artsen wil één overkoepelend meldpunt om onderrapportage en fragmentatie te voorkomen. 

Het wetsvoorstel om een nieuw strafwetboek in te voeren, wordt dit jaar voorgelegd aan het federaal parlement en opteert voor een eenvormige regeling van strafverzwaring voor geweldfeiten gepleegd op een persoon met een maatschappelijke functie, naar aanleiding van de uitoefening van deze beschermde functie. Dit zal ruim gedefinieerd worden, waardoor alle zorgverleners hier ook onder zouden vallen. 

Het is belangrijk om te evalueren of de maatregelen die vandaag genomen worden zoals camerabewaking, een alarmknop, een beveiligde kassa of een betaalterminal, niet alleen het veiligheidsgevoel van de arts versterken, maar ook daadwerkelijk een ontradend effect hebben. In de huisartsgeneeskunde lijken het oprichten van wachtposten en de begeleiding met een chauffeur bij huisbezoeken al nuttige maatregelen te zijn, hoewel duidelijke cijfers hierover ontbreken. 

Binnen de huisartsenpraktijk zou het ook kunnen helpen om risicopatiënten te signaleren. Echter is de Nationale Raad van de Orde der Artsen van mening dat alleen een wet het gebruik kan regelen van lijsten met namen van patiënten die potentieel gevaarlijk zijn. De vraag blijft of een dergelijke lijst wel helpt in het voorkomen van agressie. Het kan zorgen voor het creëren van een vooroordeel wat kan leiden tot een verkeerde inschatting van de situatie. 

Overigens wijst de Nationale Raad van de Orde der Artsen erop om belangrijke triggers voor agressie zoveel mogelijk weg te nemen. Hierbij gaat het over onenigheden betreffende attesten en voorschriften, onvrede over de medische aanpak, lange wachttijden en discussies over financiële zaken. Heldere en transparante communicatie tussen arts en patiënt kunnen deze conflicten voorkomen.

De Orde der Artsen wil in het kader van preventie van agressie tegen artsen het voortouw nemen en het overkoepelend overleg met stakeholders in gang zetten. Ze zijn van mening dat aandacht voor dit onderwerp dient aan bod te komen in het onderwijs en de permanente bijscholingen van hulpverleners.

Yente Reinenbergh
Jurist