Controle op het goede voorschrift

De syndicale artsenverkiezingen komen nu wel erg dichtbij. De voorbije weken passeerden de bekendste commissies en comités waarvan leden aangesteld worden op basis van de verkiezingsuitslag hier de revue. We sluiten deze reeks af met de Technisch Geneeskundige Raad, de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen, het Comité voor de evaluatie van de medische praktijk inzake geneesmiddelen en het Comité voor Geneeskundige Evaluatie en Controle.

Aflevering 6: Technisch Geneeskundige Raad, de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen, het Comité voor de evaluatie van de medische praktijk inzake geneesmiddelen en het Comité voor Geneeskundige Evaluatie en Controle

Technisch Geneeskundige Raad

Bij Koninklijk Besluit werd op 16 september 1984 de Technisch Geneeskundige Raad (TGR) opgericht. In dit orgaan zetelen momenteel twee afgevaardigden van de Bvas en twee van het Kartel. De opdracht van de TGR is even eenvoudig als belangrijk: het formuleert voorstellen tot wijziging van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen.
Huisartsen zetelen overigens niet alleen in de TGR, maar ook in een aantal andere technische raden die nomenclatuurvoorstellen formuleren. Zo heeft het Kartel momenteel één zetel in de Technische Raad voor Diagnostische Middelen en Verzorgingsmiddelen en Bvas en Kartel mogen elk één huisarts sturen naar de Technische Raad voor Rolstoelen. Er bestaan overigens ook onder meer tandheelkundige en farmaceutische technische raden en dito organen voor kinesitherapie, ziekenhuisverpleging en implantaten.

Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen

De artsensyndicaten die aan de verkiezingen deelnemen, hebben vier zitjes te verdelen in de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen (CTG). De Bvas heeft er drie, het Kartel één. De syndicaten mogen zelf beslissen of ze huisartsen dan wel specialisten naar deze commissie sturen. Het belang van deze commissie wordt benadrukt door het feit dat zowel de Bvas als het ASGB hun voorzitter hiervoor afvaardigen, respectievelijk Roland Lemye en Reinier Hueting.

De CTG evalueert de therapeutische waarde van een nieuw geneesmiddel en gaat na of het nieuwe product meer dan wel minder werkzaam is dan de bestaande geneesmiddelen. In functie daarvan wordt en hogere of een lagere terugbetaling bepaald. Bestaat er een referentiegeneesmiddel, dan heeft de CTG geen onderhandelingsruimte en wordt het product terugbetaald in functie van de prijs van het goedkoopste medicijn binnen dezelfde klasse.

Comité voor de evaluatie van de medische praktijk inzake geneesmiddelen

Drie huisartsen mogen zowel de Bvas als het Kartel afvaardigen naar het Comité voor de evaluatie van de medische praktijk inzake geneesmiddelen.

Dit comité heeft als opdracht advies te geven over de registratie, de inzameling en het gebruik van statistische gegevens over het voorschrijven van terugbetaalbare farmaceutische specialiteiten. Het moet tevens de methodologie vaststellen voor de evaluatie van die gegevens, zodat elke arts de gegevens ontvangt waarmee hij zijn voorschrijfgedrag kan evalueren. Het comité moet minstens tweemaal per jaar een consensusvergadering organiseren om de medische praktijk inzake geneesmiddelen in een bepaalde sector te evalueren en om aanbevelingen te formuleren.

Verder formuleert het ook richtlijnen voor de organisatie van peer reviews. Concreet betekent het dat dit comité het begeleidingscomité is voor alles wat met het gebruik van Farmanetgegevens (gegevens over terugbetaalbare geneesmiddelen in de ambulante praktijk) te maken heeft. In 1999 keurde het een procedure goed voor het verstrekken van Farmanetgegevens aan personen die geen deel uitmaken van het Riziv. Dat kan wel enkel voor wetenschappelijke of onderwijskundige doeleinden die kaderen n de zorg voor de kwaliteit van het geneesmiddelenvoorschrift.

Comité voor Geneeskundige Evaluatie en Controle

Een van de meest 'beruchte' diensten van het Riziv is ongetwijfeld de Dienst voor Geneeskundige Evaluatie en Controle (DGEC). Deze dienst wordt geleid door een comité dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de ziekenfondsen, vertegenwoordigers van de Orde van Geneesheren en de Orde van Apothekers en vertegenwoordigers van de representatieve organisaties van zorgverleners. Deze laatste groep wordt bepaald aan de hand van de syndicale verkiezingen. De Bvas stuurt momenteel één huisarts naar dit comité, het Kartel twee.

De nieuwe responsabiliseringswet van 2006 geeft het comité nieuwe bevoegdheden inzake overconsumptie. Stelt de DGEC een geval van overconsumptie of van het voorschrijven van onnodig dure verstrekkingen vast, dan beslist het comité welke verdere stappen er genomen moeten worden. Dat kunnen er drie zijn: ofwel blijft het dossier zonder gevolg; ofwel wordt het afgesloten na een verwittiging; ofwel krijgt de leidend ambtenaar de opdracht de zaak aanhangig te maken bij de Kamer van eerste aanleg voor vervolging en sancties.