Praktijkverbeterende projecten voor continue verbetering

Adviezen

  • De praktijk identificeert gebieden in haar werking waar verbetering aangewezen is en zet minimaal eenmaal per jaar een praktijkverbeterend project op, afhankelijk van de noden.
  • De praktijk kent de specifieke kenmerken van haar patiëntenpopulatie en past haar verbeterprojecten hierop aan.

Beschrijving

De aanzet tot een praktijkverbeterend project kan bijvoorbeeld voortkomen uit resultaten van patiëntenbevragingen, uit de analyse van klachten en incidenten en uit klinische indicatoren. De besprekingen van klinische richtlijnen en casussen kunnen aanleiding geven tot het opmaken van een praktijk consensus. Verder kunnen de masterproeven van Huisartsen in Opleiding (HAIO) en de synthese projecten van de Verpleegkundigen in de Huisartsenpraktijk (VIHP) ter inspiratie dienen. Het overlopen van de lijst met adviezen kan werkpunten aan het licht brengen.

De individuele activiteitenverslagen en feedback van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) zijn gebaseerd op kwaliteitsindicatoren. De resultaten uit het activiteitenverslag kunnen als basis dienen voor een praktijkverbeterend project. Andere bronnen voor indicatoren zijn de zorgtrajecten, de richtlijnen van Domus Medica en andere wetenschappelijke bronnen. De tool Interessante bronnen voor de huisarts bevat een niet-exhaustieve lijst van interessante websites voor de huisarts. Naast klinische indicatoren kan ook de praktijkorganisatie onderwerp zijn van een verbeteractie.

Voorbeeld structuurindicator:

Voorbeeld procesindicator:

  • Percentage patiënten van 65 jaar en ouder die in de loop van het jaar gevaccineerd werden tegen de griep. (Activiteitenverslag huisartsen RIZIV, 2019) 

Voorbeeld outcome indicator:

  • Percentage patiënten met de diagnose diabetes type 2 die een HbA1c waarde hebben onder de 7% (53mmol/mol). (Richtlijn Diabetes Domus Medica, 2015)

Na de keuze van een onderwerp voor het praktijkverbeterend project volgt een voorbereidende fase waarin een planning wordt uitgewerkt: “Wat willen we bereiken?”, “Wat hebben we hiervoor nodig?”, “Hoe gaan we dit (gecodeerd) registreren?”, “Welke interventie gaan we toepassen?”, “Op welke termijn?”. Het acroniem FOCUS (Find, Organise, Clarify, Understand, Start) is een goed ankerpunt om de stappen in de voorbereiding systematisch te plannen (Grouwels, 2008). Daarna volgt de uitvoeringsfase en tenslotte een evaluatie: “Zijn de doelstellingen bereikt?”, “Wat waren de moeilijkheden?”, “Wordt het project vervolgd?”. De PDCA (Plan, Do, Check, Act) cyclus kan in dit stadium een houvast bieden (Grouwels, 2008).

Reflectie

Het op een formele en gestructureerde manier bezig zijn met praktijkverbetering zorgt voor een sneller en efficiënter evolueren dan het spontaan leren uit ervaringen. Verbeteracties hoeven niet altijd grote projecten te zijn. Beperkte kleinschalige en zeer praktijkgerichte veranderingen kunnen al bijdragen aan een betere patiëntenzorg en patiëntveiligheid.

Een effectieve verbetering van praktijkvoering vereist inspanningen van alle medewerkers van de praktijk. De aanwezigheid van een duidelijk plan bevordert de samenwerking om een gemeenschappelijk doel te bereiken. Het is waardevol om een register bij te houden van ideeën voor projecten (met eventueel rangorde op basis van prioriteiten of omvang), alsook reeds uitgevoerde projecten. De evaluatie en inspanningen om verbeteringen te behouden zijn minstens even belangrijk als de uitvoering van het kwaliteitsverbeterend project zelf.

Bronnen

  • Koeck P, Bastiaens H, Benhalima K, Cloetens H, Feyen L, Sunaert P, Van Crombrugge P. Diabetes Mellitus type 2. Antwerpen: Domus Medica. 2015.
  • CNAM. (2019). Guide methodologique - Rénumération sur Objectifs de Santé Publique (ROSP) 2019 Medecin traitant de l’adulte. Paris: CNAM.
  • Interuniversitair Centrum voor Huisartsenopleiding (ICHO): databank Masterproeven. Geraadpleegd op 7 november 2020 van https://www.icho-info.be/application/content/thesislist
  • Grouwels D, Seuntjens L, Vanden Bussche P. Dokteren met kwaliteit. Antwerpen: Standaard Uitgeverij nv. Deel 3: projecten voor verbetering. 2008.
  • NHG. (2018). Handleiding voor het opzetten van een kwaliteitssysteem in een huisartsenpraktijk versie juni 2018. Utrecht: NHG. 23. Ervaringen patiënten, Informatie verzamelen, Verbeteren en evalueren, Beheren en borgen.
  • NPA. (2015). Kwaliteitsnormen voor de Nederlandse huisartsenpraktijk. NHG-Praktijkaccreditering versie 2.1. Utrecht: NPA. Artikel 6. Systematisch verbeteren, Artikel 22. Zorguitkomsten.
  • Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering. (2019). Individuele activiteitenverslagen en feedback 2016. [website]. Geraadpleegd op 7 november 2020 van https://www.inami.fgov.be/nl/professionals/individuelezorgverleners/artsen/kwaliteit/feedback/Paginas/default.aspx
  • Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering. (2021). Zorgtrajecten, of hoe de aanpak van chronische ziekten verbeteren… [website]. Geraadpleegd op 26 november 2020 van https://www.zorgtraject.be/
  • The Royal Australian College of General Practitioners. Standards for general practices. 5th edn. East Melbourne, Vic: RACGP. Criterion QI 1.1 Quality improvement activities, Criterion QI 1.3 Improving clinical care. 2017.
Deze pagina werd laatst bewerkt in:
apr 2024
Heeft u een vraag of opmerking of ging uw praktijk aan de slag met de adviezen?
Laat het ons weten! 
CAPTCHA
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.