Vlaanderen zet in op geestelijke gezondheidszorg

Bovenop de initiële 20 miljoen euro die de Vlaamse regering bij het begin van de coronacrisis vrijmaakte in het kader van het actieplan Zorgen voor morgen, voorziet Vlaams minister van Volksgezondheid Wouter Beke (CD&V) bijkomend 5,6 miljoen euro voor de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg.

COVID-19 heeft niet alleen invloed op de fysieke gezondheid van mensen, maar tast ook de mentale gezondheid van de bevolking aan. Daarom beslist Vlaams minister van Volksgezondheid Wouter Beke om het aanbod aan psychosociale ondersteuning te vergroten. In april vorig jaar lanceerde hij al het actieplan Zorgen voor morgen, waarmee hij een sterk signaal wilde geven dat de regering de psychosociale gevolgen van coronamaatregelen ernstig neemt. 

Beke wil nu ook de werking van de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg versterken en heeft daar 5,6 miljoen euro voor veil. De prioriteit moet daarbij gaan naar kinderen, jongeren en jongvolwassenen (tot 23 jaar) omdat de wachtlijsten voor deze groepen het grootst zijn en bovendien toenemen. Beke hoopt hier dan ook de grootste winst te kunnen maken. “De coronacrisis heeft het belang van investeringen in mentaal welzijn meer dan ooit op scherp gesteld”, meent Wouter Beke. “We versterkten reeds de CAW om psychosociale ondersteuning te kunnen bieden en zetten nu een volgende stap. Wie meer gespecialiseerde zorg nodig heeft, kan terecht in een Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg. We vergroten het aanbod in die centra en maken hen zo beter toegankelijk.”

Dat de nood hoog is, blijkt onder meer uit het grote aantal oproepen dat de hulplijn Awel ontving. In september 2020 lag het aantal oproepen hoger dan in maart van vorig jaar. Volgens Awel voelen jongeren angst en spanning door de onzekerheid over school en hun sociaal leven. In december besliste de Vlaamse regering daarom ook al om in heel Vlaanderen zogenoemde OverKophuizen op te richten. Dat zijn plekken waar jongeren en jongvolwassenen in een fijne en ontspannende sfeer kunnen vertoeven waardoor problemen sneller bespreekbaar worden en men sneller kan inzetten op laagdrempelige ondersteuning en hulp voor jongeren die daar nood aan hebben.

Filip Ceulemans