Spreek met je arts over je levenseinde

Federaal minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Maggie De Block wil dat er in de toekomst duidelijkere afspraken worden gemaakt over de begeleiding van patiënten in de laatste fase van hun leven. Daarom stimuleert ze voorafgaande zorgplanning.

“Door op voorhand over ons levenseinde te praten, kunnen we veel verdriet en ellende vermijden”, meent minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD). Zij vindt dat burgers op elk moment moeten kunnen kiezen hoe ze behandeld willen worden en hoe ze willen sterven. Ook wanneer dat laatste niet meteen aan de orde is, vindt De Block het belangrijk dat er tijdig aandacht wordt besteed aan voorafgaande zorgplanning. “Het gaat hier over de vrijheid en autonomie van elk individu om ten allen tijde te kunnen beslissen over de zorg die je nog wenst te krijgen.” Het is dan wel noodzakelijk dat de patiënt inzicht heeft in zijn gezondheidstoestand, de prognose en de therapiemogelijkheden. 

In de deze week in het Belgisch Staatsblad gepubliceerde criteria om erkend te worden als palliatief patiënt, worden de criteria ruimer omschreven dan in het verleden. “Door de nieuwe en ruimere omschrijving van wie een palliatieve patiënt is, wordt een snellere detectie mogelijk. Zo zal in de toekomst betere zorg kunnen worden toegewezen”, zegt dr. Alex Peltier voorzitter van de Federale Evaluatiecel Palliatieve Zorg. Omdat De Block voorafgaande zorgplanning belangrijk vindt, voorziet ze terugbetaling van dit gesprek voor palliatieve patiënten. “Zo’n gesprek voer je niet in één-twee-drie. Het gaat om een gevoelig onderwerp. Het is van belang dat alle patiënten die dat wensen zo’n gesprek kunnen hebben met hun arts. Door een specifiek honorarium te voorzien, stimuleren we de artsen om deze moeilijke gesprekken te hebben met palliatieve patiënten in het bijzonder”, aldus de minister. In dat gesprek bespreekt de arts samen met de patiënt de zorgdoelen, wat eventueel kan leiden tot de opstelling van een wilsverklaring. Het resultaat van de voorafgaande zorgplanning wordt opgenomen in het medisch dossier. De Block trekt voor de terugbetaling een bedrag van 6 miljoen euro uit.