RSV-vaccin in Vlaams vaccinatieprogramma?

Als het van Vlaams minister van Volksgezondheid Hilde Crevits (CD&V) afhangt, maakt een nieuw vaccin tegen RSV vanaf volgend winterseizoen deel uit van het vaccinatieschema voor zwangere vrouwen. 

Naar schatting komen er in België jaarlijks ongeveer 14 500 RSV-infecties voor bij kinderen jonger dan vijf jaar. In 3200 tot 3600 gevallen leidt dat tot een ziekenhuisopname, waardoor grote druk wordt gezet op het zorgsysteem. Recent werden twee nieuwe preventiemiddelen ontwikkeld die het RSV-virus beter bestrijden: een vaccin dat tijdens de zwangerschap wordt toegediend zodat de antistoffen die de moeder aanmaakt, worden doorgegeven aan de baby en een antilichaam dat bij de baby of het zeer jonge kind wordt toegediend. Dat laatste middel is echter nog niet op de markt. 

Volgens de Hoge Gezondheidsraad (HGR) zijn beide middelen efficiënt voor het verminderen van ernstige gevolgen van een RSV-infectie. De HGR geeft twee aanbevelingen: 

  • Ofwel het vaccin voor vrouwen die naar verwachting zullen bevallen tussen begin september en eind maart. De voorkeursperiode voor vaccinatie is de periode van 28ste tot de 36ste week van de zwangerschap. Concreet betekent dit dat vrouwen die vanaf september bevallen in juni of juli een vaccin zouden moeten krijgen.  
  • Ofwel de nieuwe antilichamen voor alle baby’s die worden geboren uit niet-gevaccineerde moeders, bij een te vroege bevalling of een bevalling binnen twee weken na de toediening van het vaccin. 

Hilde Crevits ziet duidelijk heil in het vaccin en heeft het departement Zorg de vraag gesteld op korte termijn een project uit te werken voor de winterperiode 2024-2025. De Vlaamse werkgroep vaccinaties wordt bijeengeroepen om een onderbouwd advies te geven over de opname van het vaccin in het vaccinatieschema van Vlaanderen. Tegelijk wordt een openbare aanbesteding uitgeschreven en wordt de impact op het budget berekend. 

Filip Ceulemans