Wat moet een arts doen wanneer een patiënt, die voldoet aan de definitie van een mogelijk geval van COVID-19 of geclassificeerd is als hoogrisicocontact, weigert zich te laten testen of de verplichte quarantainemaatregelen op te volgen? De Nationale Raad van de Orde der Artsen boog zich over de vraag.
De richtlijnen van Sciensano leggen vast welke personen verplicht getest moeten worden op COVID-19. Grosso modo gaat het om twee groepen mensen: iedereen die voldoet aan de definitie van een mogelijk geval van COVID-19 (met bijzondere aandacht voor zorgpersoneel en bewoners en personeel van residentiële instellingen) en mensen die een hoogrisicocontact hadden, bijvoorbeeld reizigers die terugkeren uit een oranje of rode zone. De arts heeft de plicht de patiënt te informeren over de verplicht te volgen maatregelen. De Nationale Raad van de Orde der Artsen kreeg meerdere vragen over de beste manier om met zo’n patiënt om te gaan.
Het weigeren van een test is een fundamenteel recht van een patiënt. Hij kan met andere woorden nooit verplicht worden een test te laten afnemen. De arts heeft wel de verplichting melding te maken van een mogelijke besmetting bij de gegevensbank die Sciensano hiervoor oprichtte en dat binnen de 24 uur vanaf het eerste vermoeden van een ernstige infectie.
Hoewel het weigeren van een test een fundamenteel recht is en geen directe gevolgen met zich meebrengt, kan het niet naleven van de verplichte maatregel van quarantaine wel een gevaar betekenen voor de volksgezondheid. Daarom moet een arts zijn patiënt informeren over de mogelijke gevaren en hem wijzen op de individuele verantwoordelijkheid van de patiënt ten aanzien van de samenleving. De arts moet de patiënt ook meedelen dat hij bij niet naleving van de quarantaine mogelijk de dienst infectiebestrijding zal inlichten. Vormt de patiënt een gevaar voor de volksgezondheid, dan heeft de arts het recht op basis van de noodtoestand om zijn beroepsgeheim te doorbreken. Het weigeren van een test daarentegen is geen grond voor het doorbreken van het beroepsgeheim.
Filip Ceulemans