KCE roept op tot waakzaamheid bij terugbetaling medische apps

19 jan 2023

In het eerste rapport dat het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) dit jaar publiceert, gaat het na hoe digitale medische toepassingen kunnen worden geëvalueerd met het oog op terugbetaling. 

Digitale medische technologieën zijn niet meer weg te denken uit de gezondheidszorg. Het doet logischerwijze ook de vraag rijzen of en hoe er terugbetaling van deze technologie kan worden voorzien door de ziekteverzekering. Het Riziv vroeg daarom het KCE een analyse te maken van de manier waarop andere Europese landen hiermee omgaan. Ook Belgische spelers in de sector, waaronder artsen, werden bevraagd.  

Vandaag richt de Belgische validatie zich uitsluitend op medische apps die als medisch hulpmiddel zijn gekwalificeerd. Door deze beperking tot apps komen andere elementen zoals platforms en wearables, die nodig zijn voor het goede gebruik van de apps niet aan bod. Dat belemmert de evaluatie van de goede werking van de apps als onderdeel van een specifiek zorgproces voor een welbepaalde indicatie. Het KCE stelt ook vast dat er vooral aandacht wordt besteed aan de naleving van de wettelijke en technische aspecten, terwijl patiëntgerelateerde criteria zoals gebruiksvriendelijkheid of toegankelijkheid ontbreken. Meer aandacht voor patiëntvriendelijkheid is dan ook een van de aanbevelingen van het KCE. 

Het Kenniscentrum beveelt het Riziv primordiaal aan de generieke lijst van toepassingen met een laag risico voorlopig te beperken tot telemonitoring-toepassingen, naar het voorbeeld van Frankrijk en Nederland. In tweede instantie kunnen ook internationaal gevalideerde therapieën worden overwogen, zoals cognitieve gedragstherapie voor psychische aandoeningen. Dat kan omdat er hiervoor duidelijke richtlijnen bestaan. Als algemene regel stelt het KCE voor om generieke lijsten voor toepassingen voor telemonitoring te beperken tot indicaties waarvoor gevalideerde klinische richtlijnen bestaan en waarvoor de frequentie van metingen, de overdracht van gegevens, de specifieke gegevens die moeten worden overgedragen en de alarmdrempels eenvoudig kunnen worden vastgesteld op basis van wetenschappelijke gronden en dat met input van de eindgebruikers. De monitoring op afstand moet klinische en/of organisatorische voordelen opleveren. 

De vergoeding die het Riziv voorziet, moet volgens het KCE budgetneutraal zijn voor de patiënt, de zorgverstrekker en de overheid. Een eenmalige betaling moet worden vermeden om te voorkomen dat betaald wordt voor niet-gebruikers. Het KCE stelt voor te werken met periodieke betalingen, bijvoorbeeld driemaandelijks, op voorwaarde dat kan worden aangetoond dat de technologie ook effectief wordt gebruikt. 

Filip Ceulemans