Graspollenseizoen van start

Het graspollenseizoen, dat zes tot tien weken duurt, is van start gegaan. Het is niet enkel het langste seizoen, maar ook het seizoen dat de meeste hooikoortspatiënten treft. 

De metingen van AirAllergy, het nationaal aerobiologisch meetnet van wetenschappelijk instituut Sciensano, bevestigen dat graspollenseizoen is begonnen. De concentraties graspollen namen de afgelopen dagen toe en overschreden de kritische drempelwaarde van 50 korrels/m3 lucht. Dat betekent dat de meeste allergiepatiënten het risico lopen symptomen te ontwikkelen. Dat het graspollenseizoen zo lang duurt, is te wijten aan de opeenvolgende bloei van meer dan honderd soorten die de grassenfamilie vormen.  

“De pollenconcentratie evolueert altijd meer geleidelijk voor graspollen dan voor boompollen, maar dit jaar lijkt de stijging van de graspollenconcentraties trager te verlopen dan vorig jaar in dezelfde periode”, zegt Ann Packeu, verantwoordelijke van de dienst mycologie en aerobiologie bij Sciensano.  

Naar schatting één op de zes personen in België vertoont allergische symptomen bij blootstelling aan grassenstuifmeel. De typische symptomen van een stuifmeelallergie zijn prikkelende, jeukende, tranende en rode ogen, niesbuien, verstopte neus, verstopte sinussen, lopende neus, ademhalingsproblemen, verlies van smaak- en reukzin en jeuk achterin de mond of in de keel. Verwarring met een verkoudheid of Covid-19 komt vaak voor. Toch zijn er ook enkele duidelijke verschilpunten: er is geen incubatietijd (de allergieën verschijnen van zodra het lichaam is blootgesteld aan bepaalde hoeveelheden allergenen), allergie veroorzaakt geen koorts of spierpijn en de symptomen houden veel langer aan dan bij griep of een verkoudheid.

Filip Ceulemans