Belang van het kind primeert

1 jul 2021

Een net bevallen vrouw is seropositief, maar de vader van het kind is daar niet van op de hoogte. Mag of moet de informatie over de behandeling van de baby aan de vader worden gegeven? Over die vraag boog de Nationale Raad van de Orde der artsen zich.

Moet een arts de vader van een pasgeborene informeren over de behandeling die zijn kind krijgt door de seropositiviteit van de moeder, waarvan de vader niet op de hoogte is? Een arts die met dergelijke problematiek wordt geconfronteerd, moet zeer omzichtig te werk gaan en rekening houden met meerdere juridische, ethische en deontologische principes.

Een basisprincipe is uiteraard dat de arts moet waken over het welzijn van de patiënt. In dit geval zijn zowel de moeder als de baby patiënten. Hun beider gezondheidstoestand vereist zijn volle aandacht, die voor beiden even groot moet zijn. Een tweede principe, gebaseerd op zowel de grondwet als het kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties, stipuleert dat bij alle beslissingen die het kind betreffen, de belangen van het kind op de eerste plaats komen.

Een ander principe zegt dat de patiënt steeds toegang moet krijgen tot de best mogelijke zorg. In het geval van een hiv-besmetting is het van primordiaal belang dat preventief wordt getracht de hiv-besmetting tegen te gaan door zowel moeder als kind te behandelen. De moeder dient uitvoerig ingelicht te worden over de ernstige gevolgen die kunnen voortvloeien uit het niet volgen van de behandeling. De pasgeboren baby van een seropositieve moeder vereist speciale zorg, preventiemaatregelen en monitoring bij de geboorte. Maar ook op langere termijn is opvolging nodig, zelfs indien het kind niet besmet blijkt te zijn. Met name om de gevolgen in te schatten van de blootstelling aan antiretrovirale middelen. Daarom is het noodzakelijk om beide ouders goed te informeren zodat ze de behandeling begrijpen en kunnen naleven in het belang van de gezondheid van hun baby.

Dat is echter in strijd met het beroepsgeheim waaraan de arts gehouden is. De seropositiviteit van de moeder is informatie die onder het medisch geheim valt. Wat dan op zijn beurt weer voor een conflict kan zorgen met het recht van de patiënt op inzage in en afschrift van zijn dossier. Bij een minderjarig kind wordt dat recht uitgeoefend door de ouders of de voogd. Met het oog op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer kan een patiënt de arts vragen om inzage in of afschrift van het dossier geheel of gedeeltelijk af te wijzen. In dit geval is de toepassing van de uitzondering volgens de Nationale Raad echter uiterst betwistbaar omdat het niet gaat om de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de minderjarige ten opzichte van zijn vader, maar veeleer om de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de moeder.

Al deze vaak tegenstrijdige regels in acht nemend, formuleert de Nationale Raad een zeer omstandig advies. Een zwangere seropositieve vrouw, die in het ongewisse verkeert over de virologische overdracht naar haar baby, en vreest voor de reactie van haar partner bij de onthulling van haar seropositiviteit, moet psychologische steun krijgen. Ze moet worden geholpen bij het inlichten van haar partner. De vader heeft immers ook het recht om spontaan door de gezondheidswerker ingelicht te worden over de preventieve behandeling die zijn kind krijgt en over de verantwoording van de diagnostische onderzoeken die verricht worden. Het verlies van vertrouwen in de medische wereld zou zeer nadelig kunnen zijn indien hij bij toeval de reden zou vernemen van de behandeling die zijn kind ondergaat of indien zou blijken dat het kind besmet is. Indien een antiretrovirale, profylactische behandeling aan de neonaat wordt voorgeschreven, kan de informatie die de behandeling rechtvaardigt niet onthouden worden aan de vader, die het ouderlijk gezag heeft.

Weigert een moeder toch haar seropositiviteit bekend te maken aan de vader, dan staat het medisch team voor een dilemma. De Nationale Raad beveelt in dat geval aan het belang van het kind na te streven en geeft de voorkeur aan de oplossing die toegang biedt tot de beste zorg en behandeling om het kind te beschermen tegen ernstige schade aan zijn gezondheid, zelfs indien dit betekent dat het risico van besmetting als gevolg van de hiv-status van de moeder onthuld moet worden. In zo'n moeilijke situatie moet de beslissing gepaard gaan met de nodige multidisciplinaire, medische, psychologische en sociale ondersteuning voor beide ouders en het kind.

Met dit advies komt de Nationale Raad terug op een eerder advies uit 2006. Daarin stelde de Nationale Raad dat er voldoende wettelijke en deontologische bepalingen zijn waardoor het kind kon worden behandeld zonder dat de vader weet moest hebben van de gezondheidstoestand van de moeder. Het belang van het kind is het doorslaggevende element om het advies te wijzigen.

Filip Ceulemans