De afgelopen tien jaar daalde het gebruik van antipsychotica lichtjes. In 2020 gebruikte 3,5% van de volwassen Belgen minstens eenmaal antipsychotica. Dat blijkt uit cijfers die het Intermutualistisch Agentschap deze week bekendmaakte.
In 2020 gebruikte 3,5% van de Belgen minstens eenmaal antipsychotica. Tien jaar eerder lag dat op 3,8%. Er bestaan wel relatief grote verschillen tussen de verschillende regio’s van het land. Vlaanderen spoort met 3,4% bijna met het nationaal gemiddelde. De daling in Vlaanderen is overigens verwaarloosbaar (3,5% in 2010). Brussel zit onder het nationale gemiddelde met 3,1% in 2020 (3,4% in 2010). Wallonië is de grootste gebruiker van antipsychotica met 3,8%. Hier is de daling wel het sterkst. In 2010 nam nog 4,3% van de Walen een antipsychoticum. De verschillen tussen de regio’s worden dus minder groot.
Bij ouderen (65+) heeft 5,7% in 2020 minstens één aflevering van een antipsychotisch middel gekregen. Dat is en forse daling ten overstaan van 2010 (7%). De andere leeftijdsgroepen bleven nagenoeg stabiel. In de categorie van 18 tot 25 jaar steeg het lichtjes (1,5% tegenover 1,4%), bij de 26- tot 64-jarigen was er een kleine daling (3% tegenover 3,1%). Vrouwen nemen vanaf 26 jaar vaker antipsychotica dan mannen. Vooral in woonzorgcentra worden vaak antipsychotica voorgeschreven.
Meer dan de helft van de patiënten die antipsychotica gebruikten, namen de geneesmiddelen langer dan een jaar (54,6%). Dat is een toename in vergelijking met 2010 toen minder dan de helft (47,7%) langer dan een jaar de middelen nam. De groep die gedurende minder dan drie maanden antipsychotica gebruikte, daalde van 39,6% tot 32,2%.
Filip Ceulemans
