Afscheid van de griep

De griepepidemie is – zoals verwacht – ten einde. Het aantal patiënten dat een huisarts raadpleegde met griepachtige verschijnselen, daalde onder de epidemische drempel. Tijd voor wetenschappelijk instituut Sciensano om een eerste balans op te maken.

In de week van 18 tot 24 maart raadpleegden 73 patiënten per 100 000 inwoners een huisarts met griepachtige klachten. Daarmee daalt het aantal voor het eerst sinds enkele weken weer onder de epidemische drempel van 157 raadplegingen per 100 000 inwoners. Virologen en epidemiologen waarschuwen dat er weliswaar geen sprake meer is van een epidemie, maar dat het virus nog wel enkele weken in beperkte mate verder kan circuleren.

De griepepidemie die ons land dit jaar trof van 21 januari tot 17 maart, had een matige intensiteit en een gemiddelde duur van ongeveer acht weken. De piek werd bereikt in de week van 11 tot 17 februari met 761 raadplegingen per 100 000 inwoners. Op basis van de peilpraktijken schat Sciensano dat ongeveer 478 000 Belgen met griepachtige symptomen hun huisarts raadpleegden (37 000 kinderen jonger dan vier jaar, 82 000 kinderen tussen vijf en veertien jaar, 323 000 volwassenen tussen vijftien en 64 jaar en 36 000 65’plussers). Het aantal ziekenhuisopnames voor ernstige griepverwikkelingen lag lager dan de voorbije jaren. Er was dit jaar ook geen oversterfte tijdens de winterperiode. Tussen begin oktober en 24 februari werden er 43 835 sterfgevallen gerapporteerd, terwijl er voor die periode 44 400 sterfgevallen werden verwacht.

Tijdens dit griepseizoen circuleerden vooral A(H1N1) en A(H3N2)-virussen met een grote prevalentie voor de laatste groep. Influenza B-virussen werden slechts zelden gedetecteerd. Sciensano voert momenteel analyses uit om de vaccineffectiviteit in te schatten. Op die resultaten is het nog even achten.

Filip Ceulemans