Het aantal gevallen van kinkhoest neemt de laatste jaren sterk toe in ons land. Daarom roept het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) op om alle zwangere vrouwen (opnieuw) te vaccineren tegen deze aandoening.
In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, is kinkhoest niet volledig uitgeroeid in België. De veralgemening van de vaccinatie sinds de jaren vijftig van vorige eeuw zorgde ontegensprekelijk voor een sterkte daling van het aantal gevallen van de ziekte. Maar helemaal uitgeroeid is ze niet. De laatste jaren stelt men zelfs een forse stijging van het aantal gevallen vast. Het WIV baseert zich hiervoor op cijfers van het Nationaal Referentiecentrum voor Kinkhoest. Dat becijferde dat er in 2012 500 gevallen geregistreerd werden, in 2013 850 en vorig jaar 1.400. Dus bijna een verdriedubbeling op twee jaar tijd. “De ziekte ontziet geen enkele leeftijdscategorie en treft dus ook volwassenen. In de meeste gevallen worden zuigelingen trouwens besmet door volwassenen in hun omgeving die er zich niet van bewust zijn dat ze besmet zijn”, zegt dr. Kris Huygen, diensthoofd immunologie van het WIV.
Voor volwassenen is kinkhoest weinig problematisch, maar voor kleine kinderen ligt dat anders. Voor zuigelingen jonger dan zes maanden die nog niet gevaccineerd zijn, leidt kinkhoest tot ernstige klachten, die vaak een opname op intensieve zorg vereisen. Elk jaar overlijden er ook nog steeds borelingen aan de gevolgen van de ziekte. Rekening houdend met de atypische symptomen, wordt het overlijden van een zuigeling soms ten onrechte toegeschreven aan het syndroom van wiegendood. Daarom pleit het WIV onomwonden voor een systematische vaccinatie bij elke zwangerschap. “Talloze studies toonden aan dat de vaccinatie tijdens de zwangerschap veilig is, zowel voor de moeder als voor het kind. Meer nog, de toediening van een herhalingsvaccin aan zwangere vrouwen tijdens hun zwangerschap beschermt de zuigelingen in hun eerste levensmaanden, in afwachting van een volledige vaccinatie. Dankzij een herhaling van het vaccin ontwikkelt de moeder antilichamen die zij via de placenta en later eventueel via de moedermelk aan haar baby doorgeeft”, aldus dr. Huygen.
In een recente publicatie in het tijdschrift Vaccine geeft dr. Huygen de resultaten weer van een studie uitgevoerd samen met dr. Elke Leuridan (Centrum voor de Evaluatie van Vaccinatie van de Universiteit Antwerpen). Zij onderzochten de respons van het immuunsysteem op het vaccin tegen kinkhoest bij twee groepen vrouwen (zwanger en niet-zwanger). Bij de vergelijking van de respons een maand en een jaar na de herhalingsvaccinatie stelden de onderzoekers vast dat de productie van antilichamen bij de vrouwen in beide groepen identiek was. Zij toonden met andere woorden aan dat de zwangerschap geen enkele negatieve invloed heeft op de productie van antilichamen. Een jaar na de vaccinatie werd wel een daling van de productie van antilichamen vastgesteld bij beide groepen. “Vandaar het belang van het systematisch vaccineren van zwangere vrouwen bij elke zwangerschap.”
De boodschap van het WIV luidt dan ook om systematisch alle zwangere vrouwen in het derde trimester van hun zwangerschap te vaccineren. Een advies dat nauw aansluit bij het advies dat de Hoge Gezondheidsraad al in 2013 formuleerde. “De praktijk beantwoordt nog lang niet aan de theorie en zwangere vrouwen blijken niet altijd voldoende geïnformeerd. Hoewel de veiligheid van het kinkhoestvaccin tijdens de zwangerschap meermaals wetenschappelijk aangetoond is, blijven sommige zorgverstrekkers een zekere terughoudendheid tonen”, betreurt dr. Huygen.
Zie ook: www.wiv-isp.be