Drie kamerleden van Ecolo en Groen dienen een wetsvoorstel in dat moet leiden tot eenvormige oproepstelsels voor de wachtdiensten van huisartsen en tot een triage van de oproepen volgens een strikt gereglementeerde procedure. Zo willen ze het werk van de huisartsen verlichten.
Dat er op verschillende plaatsen problemen optreden met de bemanning van de wachtdiensten van huisartsen, hoeven we hier niet te herhalen. De problemen, vooral in meer landelijke gebieden, zijn bekend. Drie kamerleden van Ecolo en Groen (Muriel Gerkens, Thérèse Snoy en Meyrem Almaci) dienden daarom onlangs een wetsvoorstel in dat de werklast van de huisartsen in het weekend moet verlichten. “Wanneer de huisarts op zondag wachtdienst heeft en ’s nachts driemaal wordt opgeroepen na een reeds goedgevulde dag, hervat hij zijn werk op maandag, na haast zesendertig uur ononderbroken aan de slag te zijn geweest. De artsen hebben immers geen enkele mogelijkheid om te recupereren. Dat is onmenselijk. Het is ook gevaarlijk voor de volksgezondheid: de vraag rijst of ze na vijfendertig uur werken nog een kwalitatief hoogstaande zorg kunnen garanderen”, motiveren de drie ecologisten hun voorstel. “het probleem van de wachtdiensten zet de toekomst van de huisartsgeneeskunde en dus ook van onze gezondheidsregeling op het spel.”
Het proefproject 1733 geniet meer dan de interesse van de drie kamerleden. Maar ze stellen er zich ook vragen bij. In het project 1733 komen alle oproepen toe bij de 100-centrale, die vervolgens zorgt voor de doorverwijzing. Alleen wanneer het echt noodzakelijk is, wordt de huisarts naar de patiënt gestuurd. “Binnen het huidig wettelijk kader is dit echter een delicate regeling”, stelt Gerkens vast. Ze verwijst daarbij naar artikel 118 van de Code van geneeskundige plichtenleer dat bepaalt dat artsen zich slechts aan een dringende oproep mogen onttrekken na zich ervan overtuigd te hebben dat er geen echt gevaar bestaat (of wanneer hij door een even belangrijk spoedgeval weerhouden wordt). “Vandaag riskeert een huisarts een tuchtmaatregel wanneer hij zich niet naar de patiënt begeeft”, meent Gerkens. De wetgeving hierover is echter heel diffuus en vaak blijkt vooral de Orde bezwaren te maken tegen een al te soepele regeling met triage door (weliswaar goed geschoold) niet-medisch personeel.
Vier mogelijke antwoorden
Met hun wetsvoorstel willen de groene kamerleden het wettelijk kader uitbreiden dat de oprichting van dispatching of callcenters mogelijk maakt en ook voorzien in een mogelijke triage door een ‘derde’. Hun wetsvoorstel legaliseert de organisatie van een triage van de oproepen volgens een strikte procedure, waardoor het verbod dat de Orde hiertegen uitvaardigt, vervalt. Om de nodige kwaliteit te garanderen, moet het personeel dat triage doet een opleiding van bachelor in de verpleegkunde hebben gevolgd, aangevuld met een specifieke opleiding van vijftig uur. Concreet kan de dispatcher vier mogelijke antwoorden geven:
- Het probleem is niet dringend. De patiënt kan zijn huisarts raadplegen buiten de wachtdienst.
- Het probleem vereist een zeer dringende medische interventie. De oproep wordt doorgeschakeld naar de medische urgentiedienst.
- Het probleem vereist een onderzoek door de huisarts binnen een periode van maximaal acht uur, maar de patiënt kan zich wel verplaatsen. De patiënt wordt gevraagd naar de wachtpost (of het kabinet van de huisarts van wacht) te komen.
- Het probleem vereist een onderzoek door de huisarts binnen een periode van maximaal acht uur en de patiënt kan zich niet verplaatsen. De oproep wordt doorverbonden naar de huisarts belast met de huisbezoeken en hij begeeft zich ter plaatse.
Ecolo en Groen zeggen er meteen bij dat het wetsvoorstel moet aangevuld worden met een aantal omkaderende maatregelen. Een hertekening van het landschap van de huisartsenwachtposten lijkt hen onvermijdelijk. In de begeleidende tekst spreken ze ook van de oprichting van meer wachtposten. Daarnaast moet er meer aandacht gaan naar de veiligheid van de huisarts, zowel tijdens huisbezoeken als in de praktijkruimte. Via gerichte reclamecampagnes moet de bevolking attent gemaakt worden op het bestaan van de huisartsenwachtposten en met de aangeboden dienstverlening.