Weinig bijwerkingen bij kindervaccinaties

Naar aanleiding van de Europese Vaccinatieweek (23 tot 29 april) maakt het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidszorgproducten (FAGG) cijfers bekend over bijwerkingen van vaccinaties bij kinderen en adolescenten. Die cijfers zijn erg opbeurend. Het aantal meldingen van bijwerkingen blijft laag. 

De voorbije tien jaar werden in België 586 meldingen gemaakt van bijwerkingen na de vaccinatie van een kind of een adolescent volgens het aanbevolen vaccinatieschema. Dat is een erg laag aantal in vergelijking met de grote aantallen kinderen die jaarlijks worden gevaccineerd. De cijfers blijven relatief constant, met de opmerking dat het aantal in 2021 en 2022 wel lager ligt dan de voorgaande jaren. Ongeveer zestig procent van de meldingen van bijwerkingen beschrijven algemene aandoeningen (koorts, malaise enzovoort) en reacties op de injectieplaats. Maagdarmstoornissen, effecten op het zenuwstelsel (hoofdpijn, flauwvallen) en huidaandoeningen worden ook vaag gemeld (tussen 17 en 26% van de gevallen).  

De focus in de cijfers van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidszorgproducten (FAGG) liggen op jongeren tussen 12 en 17 jaar omdat zij in principe het boostervaccin tegen difterie, tetanus en kinkhoest en de vaccinatie tegen het humaan papillomavirus krijgen. In de periode van 2007 tot 2022 (sinds 2007 worden meisjes tegen HPV gevaccineerd, jongens volgden in 2019) werden in België 283 meldingen gedaan van ongewenste voorvallen na een vaccinatie. De meest gemelde neveneffecten zijn hoofdpijn (19%), koorts (11%) en misselijkheid, malaise en flauwvallen (7%). 

De cijfers bevestigen voor het FAGG dat vaccinatie van kinderen en adolescenten een veilige volksgezondheidsinterventie blijft, waarvan de voordelen groter zijn dan de risico’s. Het merendeel van de ongewenste neveneffecten waren bovendien reeds verdwenen op het moment van de melding.  

Filip Ceulemans