Tumoren zijn de belangrijkste doodsoorzaak in België

31 mrt 2022

Bij iets meer dan een kwart van de sterfgevallen in België in 2019 was een tumor de eerste doodsoorzaak. Achter dit globale cijfer gaan wel grote verschillen schuil tussen de gewesten. In Vlaanderen en Brussel zijn tumoren de belangrijkste doodsoorzaak, gevolgd door hart- en vaatziekten (zoals de nationale cijfers). In Wallonië wordt de volgorde omgedraaid en sterven er meer mensen aan hart- en vaatziekten dan aan tumoren.  

Ook tussen mannen en vrouwen valt het verschil op. 28,6% van de mannen overlijdt aan de gevolgen van een tumor, 23,4% na een hart- en vaatziekte. Bij de vrouwen is dat net omgekeerd: hart- en vaatziekten (26,7%) en tumoren (22,6%). Hoewel tumoren een belangrijke doodsoorzaak blijven, is er toch een dalende trend waar te nemen. Hiervoor zijn de mannen verantwoordelijk, want bij vrouwen stijgt het aantal gevallen per 100.000 lichtjes. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is er sprake van een spectaculaire daling. In 2000 overleden er per 100.000 inwoners 253,9 aan de gevolgen van tumoren, in 2019 was dat gedaald tot 180,8 per 100.000 Brusselaars. Statbel vermoedt dat hier vooral een demografisch aspect van belang is: de Brusselse bevolking wordt steeds jonger. 

Bij mannen was de helft van de overlijdens ten gevolge van tumoren te herleiden tot vijf categorieën: kwaadaardige gezwellen ter hoogte van de luchtpijp, de luchtwegvertakkingen of de longen (68,3 overlijdens per 100.000 mannen), prostaatkanker (28), dikkedarmkanker (17,2), pancreaskanker (15) en een brede verzameling van tumoren met een onzeker of ongekend gedrag (12,2). Ook bij vrouwen is meer dan de helft van de overlijdens door tumoren terug te brengen tot vijf vormen met op de eerste plaats borstkanker (35,8 overlijdens per 100.000 vrouwen), gevolgd door kwaadaardige gezwellen ter hoogte van de luchtpijp, de luchtwegvertakkingen of de longen (34,7), dikkedarmkanker (17,1), pancreaskanker (16,3) en een brede verzameling van tumoren met een onzeker of ongekend gedrag (10,6). 

Filip Ceulemans