De ministerraad gaf vorige week in tweede lezing zijn akkoord aan het wetsontwerp van Laurette Onkelinx inzake financiële transparantie van de gezondheidszorg. Ook voor huisartsen zitten er een aantal bepalingen in die hun werk aangaan.
Een eerste maatregel die minister van Sociale Zaken Laurette Onkelinx treft met de zogenaamde wet op de transparantie in de gezondheidszorg, is de verplichting om op het getuigschrift voor verstrekte hulp het volledige door de patiënt betaalde bedrag te vermelden: het ontvangstbewijs van het getuigschrift voor verstrekte hulp moet steeds het bedrag vermelden dat de verzekerde aan de zorgverlener heeft betaald. Dit principe geldt zowel voor natuurlijke personen als voor vennootschappen, en dit ongeacht hun conventiestatus.
Nieuw vanaf 1 januari 2015 is de patiëntenfactuur. De patiënt krijgt vanaf volgend jaar een 'echte factuur' die alle verstrekkingen omstandig moet vermelden, met daarop ook telkens de som die terugbetaald wordt door de ziekteverzekering, het persoonlijk aandeel van de patiënt en de eventuele supplementen. De toepassingsregels moeten nog wel vastgelegd worden in akkoorden en overeenkomsten. In eerste instantie gelden de regels voor geconventioneerde artsen, daarna zullen ze in overleg met de sector ook ingevoerd worden voor niet-geconventioneerde zorgverstrekkers. Het elektronische facturatiesysteem dat vandaag al in voege is in de ziekenhuizen, de rusthuizen, bij verpleegkundigen, laboratoria en tarificatiediensten van apothekers, moet vanaf 1 januari 2015 ook beschikbaar zijn voor artsen, en wel via MyCarenet.
Wanneer een arts een patiënt doorverwijst naar een klinisch laboratorium voor bijkomend onderzoek, moet hij de patiënt inlichten over de conventiestatus (en dus de financiële gevolgen daarvan) van de klinisch bioloog. Onkelinx voert deze maatregel in om te vermijden dat de patiënt een onaangename verrassing te wachten staat wanneer hij de factuur van het klinisch laboratorium ontvangt. Volgens de minister vormt dit een essentieel element van de financiële transparantie ten opzichte van een zorgverstrekker waarmee de patiënt geen rechtstreekse therapeutische band heeft.