Steeds meer huisartsarme zones

Uit cijfers die het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid deze week bekendmaakte, blijkt het aantal huisartsarme zones in Vlaanderen verder toe te nemen. Volgens het agentschap moet er dringend werd worden gemaakt van betere ondersteuning van huisartsen.

Maar liefst 227 Vlaamse gemeentes (exclusief  deelgemeenten en wijken van Antwerpen en Gent) worden door het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid bestempeld als huisartsarm. Dat zijn er 32 meer dan vorig jaar en bijna vijftig meer dan in 2015-2016. Bij de meest recente cijfers zijn er 54 gemeentes prioritaire zone geworden die het daarvoor niet waren en negentien gemeentes die het niet langer zijn. Om het predicaat huisartsarme gemeente te krijgen moet een huisartsenzone ofwel minder dan 90 huisartsen tellen per 100.000 inwoners, ofwel minder dan 120 huisartsen per 100.000 inwoners tellen in een dunbevolkt gebied (minder dan 125 inwoners per km²). Huisartsen die zich in zo’n gemeente vestigen krijgen een aanmoedigingspremie van 20.000 euro. In 2018 kregen 223 huisartsen zo’n premie. In 2017 waren dat er 205, in 2016 159. Ook hier is er dus duidelijk sprake van een toename.

“Ook al stijgt het aantal erkende huisartsen jaar na jaar, toch neemt ook het aantal huisartsarme gemeentes verder toe”, zegt Joris Moonens, woordvoerder van Zorg en Gezondheid. “De stijging komt enerzijds doordat we voor de berekening andere, en vooral betere cijfers gebruiken over het aantal actieve huisartsen. Anderzijds komt de stijging doordat artsen nu vaker op zoek zijn naar een groepspraktijk om zich te vestigen omdat ze daar een betere thuis-werkbalans hebben. Door de vergrijzing zijn er nogal wat oudere huisartsen die hun solopraktijk stopzetten. Die wordt dan niet verdergezet door een nieuwe arts. Dit betekent echter niet dat er in al die gemeentes een tekort aan huisartsen is. We houden bijvoorbeeld geen rekening met hoeveel artsen er fulltime of parttime werken, hoeveel patiënten ze aannemen of wat de zorgnoden zijn in een bepaalde regio.”

Zorg en Gezondheid beperkt zich niet tot het signaleren van het probleem. Het geeft ook aan waar er eventueel oplossingen voor het probleem liggen. De vestigingspremie is niet de enige financiële ondersteuning die huisartsen genieten. Ze kunnen ook een renteloze lening krijgen bij de eerste opstart van een praktijk, een tegemoetkoming voor een onthaal- of administratief bediende of telesecretariaat. De middelen die de overheid hiervoor vrijmaakt, werden in 2018 verhoogd met 3,4 miljoen euro. “Uit eerdere evaluaties bleek dat de vestigingspremie op zich onvoldoende doorslaggevend is om een huisarts te laten kiezen voor een prioritaire zone. De werkgroep zal de nieuwe Vlaamse regering aanbevelingen doen om tot een betere ondersteuning van huisartsen te komen”, besluit Joris Moonens.

Filip Ceulemans