Riziv wil 0,5de lijn, AADM ziet dat niet zitten

2 okt 2014

Terwijl de regeringsonderhandelingen die moeten leiden tot een Zweedse coalitie schijnbaar in het slop zitten, lanceert het Riziv samen met Dokters van de Wereld vijf prioritaire aanbevelingen om de gezondheidszorg in België toegankelijker te maken. AADM is het bij monde van dr. Maaike Van Overloop niet met alle aanbevelingen eens.

witboek grIn de loop van vorig jaar startte het Riziv samen met Dokters van de Wereld een initiatief op dat moest leiden tot enkele aanbevelingen om de toegankelijkheid van de zorg in ons land te vergroten. Een dertigtal actoren uit de sociale sector en de gezondheidszorg (ziekenfondsen, patiënten, zorgverstrekkers, enz.) gaven hun mening wat leidde tot een zogenaamd Groenboek, een inventaris van de problemen inzake toegankelijkheid van de zorg. Op 28 maart kwamen vervolgens meer dan driehonderd mensen uit de sector samen om oplossingen te zoeken voor de problemen die in het Groenboek werden opgesomd. De mogelijke oplossingen werden rond vijf prioritaire kernpunten gegroepeerd. Uit deze vijf prioritaire kernpunten distilleerde het Riziv samen met Dokters van de Wereld nu evenveel aanbevelingen die werden samengebracht in een Witboek.

  1. Het systeem voor de toegang tot de gezondheidszorg vereenvoudigen en inclusiever maken voor de personen die buiten het kader van de ziekteverzekering vallen met een gefaseerde benadering per doelgroep. Binnen deze groepen bevinden zich bijvoorbeeld gedetineerden en geïnterneerden, aanvragers van dringende hulp bij een OCMW en asielzoekers.
  2. De veralgemening van de derdebetalersregeling. Vanaf 1 januari 2015 geldt dit al voor patiënten met het statuut 'chronisch zieke' en voor patiënten met een verhoogde tegemoetkoming door het Riziv. Het Riziv en Dokters van de Wereld willen dit op langere termijn uitbreiden tot alle patiënten alle ambulante handelingen.
  3. Investeren in preventie en gezondheidspromotie. Hier zien het Riziv en Dokters van de Wereld drie grote doelgroepen: vrouwen, jonge kinderen en personen met een risicogedrag (sekswerkers, druggebruikers, enz.). Voor de eerste twee groepen wordt onder meer de realisatie van geïntegreerde gezondheidsprogramma's voorgesteld. Voor de laatste groep pleit men voor meer adequate preventieve zorg en een betere coördinatie van de bestaande programma's via bestaande zorgvoorzieningen (raadplegingen, spoeddiensten, enz.).
  4. In elke grote stad moet er een intermediaire zorglijn komen, de zogenaamde 0,5de lijn. Die bestaat uit een geheel van multidisciplinaire diensten en structuren die primaire gezondheidszorg aanbieden, bestemd zijn voor kwetsbare populaties (daklozen, nieuwkomers, sekswerkers, druggebruikers) en met als ultieme doel deze patiënten op termijn terug in de eerste lijn te integreren.
  5. Creatie van nieuwe beroepen in de ambulante sector. Daarbij denkt men bijvoorbeeld aan interculturele bemiddelaars en ervaringsdeskundigen om de patiënten beter te informeren en te begrijpen.

De vierde aanbeveling valt niet in goede aarde bij de Alliantie Artsenbelang Domus Medica (AADM). "Wij vrezen dat de oprichting van de 0,5de lijn de toegankelijkheid tot de eerste lijn eerder zal verminderen dan verbeteren. AADM pleit net voor de verlaging van de drempel van de eerste lijn. Dit kan door uitbreiding van de derdebetalersregeling - op voorwaarde dat hiervoor werkbare voorwaarden gecreëerd worden - en/of door de eerste lijn uit te rusten met de middelen die nodig zijn om deze bevolkingsgroepen te bereiken. Dat kan bijvoorbeeld door de inzet van maatschappelijk assistenten", zegt Domus Medica-voorzitter Maaike Van Overloop. Ze verwijst daarbij onder meer naar een project van het OCMW van Antwerpen dat in 2011 in Huisarts Nu* werd voorgesteld.


* Philips H, Rotthier P, Meyvis L, Remmen R. Gebruik en toegankelijkheid van de eerstelijnsgezondheidszorg. Hoe bepalend is de sociaaleconomische situatie in Antwerpen? Huisarts Nu 2011;40:327-31.