Riziv snoeit in aanvaarde softwarepakketten

20 feb 2020

Het Riziv publiceert op zijn website de aangepaste lijst met softwarepakketten die de huisarts moet gebruiken om in aanmerking te komen om een geïntegreerde praktijkpremie te ontvangen.

Om een geïntegreerde praktijkpremie voor 2020 te ontvangen moesten huisartsen kiezen uit een lijst van zeventien door het Riziv aanvaarde softwarepakketten. Vanaf de premie 2021 wordt dat aantal drastisch teruggebracht tot acht. Eventueel kan er nog een negende bij komen. De softwarepakketten die gebruikt kunnen worden zijn: CareConnect (HealthConnect), HealthOne (HDMP), Daktari (Barista Software), Medinect (OFFIMED), Omnipro (MIMS), Prodoc (CEGEKA), Topaz (Topaz Care SRL) en Medispring (Medispring SCRL). Als negende kan daar nog Windoc (CompuGroup Medical Belgium) bijkomen. Dat doorloopt momenteel een aantal registratietests.

Naast het gebruik van een erkend softwarepakket moet aan nog een aantal voorwaarden worden voldaan om in aanmerking te komen voor de geïntegreerde praktijkpremie. Uiteraard moet de huisarts of huisarts-in-opleiding effectief actief zijn in het kader van de ziekteverzekering. Een huisarts-in-opleiding die zijn activiteit start in het premiejaar, moet enkel zijn Riziv-nummer als bewijs doorgeven om de premie te ontvangen. Een huisarts die minder dan vijf jaar een Riziv-nummer heeft, moet ingeschreven zijn bij de georganiseerde wachtdienst. Een huisarts die langer dan vijf jaar actief is, moet in het premiejaar minstens 25 000 euro aan prestaties hebben aangerekend aan de verplichte ziekteverzekering en dient uiteraard ook ingeschreven te zijn in de georganiseerde wachtdienst.

De hoogte van de geïntegreerde praktijkpremie wordt bepaald door het gebruik van bepaalde e-diensten. Hoe vaker die worden gebruikt, hoe hoger de premie. Hieronder vallen bijvoorbeeld het versturen van geneesmiddelenvoorschriften via Recip-e, de aanvraag van terugbetaling van geneesmiddelen hoofdstuk IV via MyCarenet of de registratie van een geïnformeerde toestemming voor een GMD via het eHealth-platform.

Filip Ceulemans