België zet stappen richting eliminatie van hepatitis B en C

Naar aanleiding van Wereld Hepatitis Dag publiceerde Sciensano een stand van zaken over de aanpak van virale hepatitis in België. Er is vooruitgang is geboekt, vooral in de bestrijding van hepatitis C, maar blijvende inspanningen zijn nodig om de eliminatiedoelstellingen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) tegen 2030 te halen.

Sinds de uitbreiding van de terugbetaling van antivirale behandelingen in 2019 daalt het aantal nieuwe hepatitis C-diagnoses. In 2022 werden minder dan 700 nieuwe gevallen geregistreerd, wat overeenkomt met ongeveer 6 per 100.000 inwoners. In Europa zijn injecterende drugsgebruikers de meest getroffen groep. Andere risicogroepen zijn mannen die seks hebben met mannen, gedetineerden, migranten uit landen met een hoge prevalentie en daklozen. De screeninginspanningen nemen toe: in 2023 werden 5% meer screeningstests terugbetaald dan het voorgaande jaar. Een extra inspanning is nodig om de meest kwetsbare bevolkingsgroepen te bereiken.

Voor hepatitis B is de situatie minder gunstig. Ondanks een hoge vaccinatiegraad bij kinderen blijft het aantal nieuwe gevallen te hoog: in 2022 werden 1.915 diagnoses gesteld, ofwel 16,5 per 100.000 inwoners. Dat is boven de doelstellingen van de WGO. Seksuele transmissie is de voornaamste besmettingsroute, en migranten uit landen met een hoge prevalentie lopen een verhoogd risico. Ook hier stijgt het aantal uitgevoerde screeningtests, maar bijkomende preventie en sensibilisering blijven noodzakelijk.

Sciensano roept op tot versterking van vaccinatie, screening en behandeling, met bijzondere aandacht voor kwetsbare bevolkingsgroepen. Ook sensibiliseren en informeren over virale hepatitis bij risciogroepen én gezondheidswerkers blijft belangrijk. Daarnaast wordt het belang van continue epidemiologische surveillance benadrukt, als basis voor een doeltreffend volksgezondheidsbeleid.

Wim Torbeyns