Regering legt artsenquota 2029 vast

Op voorstel van minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) legde de regering het quotum voor artsen voor 2029 vast op 2173, waarvan 1244 voor de Vlaamse gemeenschap. 

Rekening houdend met de evoluerende behoeften van zowel de bevolking als de zorgverstrekkers verhoogde de federale regering op voorstel van minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) aanzienlijk de artsenquota voor 2029. Dat jaar zullen 2173 artsen kunnen afstuderen, waarvan 1244 in de Vlaamse gemeenschap en 929 in de Franstalige gemeenschap. De regering baseerde zich voor de aantallen op het advies van de federale planningscommissie, maar volgt de aanbevelingen toch niet helemaal. Vandenbroucke volgde het voorstel om 929 Franstalige artsen toe te laten, maar wijzigt het aantal Nederlandstalige artsen dat wordt toegelaten. De planningscommissie bepaalde dat op 1144. Om het historisch opgebouwde tekort aan arts-kandidaten in de Vlaamse gemeenschap sneller af te bouwen, verhoogt Vandenbroucke het quotum met honderd tot 1244. 

Voor het tweede jaar op rij verhoogt de minister het quotum omdat hij vindt dat er “voldoende artsen moeten worden opgeleid en dit zo verfijnd mogelijk afgestemd op evoluerende zorg- en werkbehoeften. Deze beslissing is meer dan nodig. Artsen worden ouder en willen meer evenwicht tussen hun werk en privéleven. We leven met zijn allen langer en daar staan ook meer chronische aandoeningen tegenover. Het is dan ook in het belang van de volksgezondheid, de patiënten en de artsen dat we oplopende wachttijden, of zelfs patiëntenstops, een halt toeroepen.” De Vlaamse regering besliste intussen het startquotum te verhogen tot 1600 studenten. Vandenbroucke hoopt dat Vlaanderen de extra honderd studenten vooral zal inzetten voor de knelpuntberoepen in de geneeskunde. 

Filip Ceulemans