Het laatste deel van de Nationale Gezondheidsenquête waarvan het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid onlangs de resultaten publiceerde, focust op preventie. Die is goed, maar kan (uiteraard) steeds beter. Uit en aantal cijfers blijkt wel hoe belangrijk de rol van de huisarts is.
Een eerste preventieve actie die in de enquête onder de loep genomen wordt, is de kankerscreening. Meer dan drie kwart van de vrouwen tussen 50 en 69 jaar geeft aan in de loop van de twee jaar voorafgaand aan de enquête een mammografie te hebben ondergaan. Maar ook buiten deze doelgroep, ligt het percentage hoog: 43% bij vrouwen tussen 40 en 49 jaar en 37% bij vrouwen in de leeftijdscategorie van 70 tot 79 jaar. De aanbevelingen inzake preventieve screening worden dus nog niet helemaal opgevolgd zoals het hoort. De enquête van het WIV toont aan dat socio-economische aspecten erg belangrijk zijn: bij hoger opgeleide vrouwen ligt het percentage duidelijk hoger. De belangrijkste factor die een vrouw aanzet om een mammografie te laten nemen, is het advies van een gynaecoloog. Belangrijk is wel dat het WIV vaststelt dat de rol van de huisarts vooral belangrijk is bij vrouwen met een lage opleiding.
In 2013 besliste de Vlaamse overheid om vrouwen van 20 tot 69 jaar uit te nodigen deel te nemen aan een vroegtijdige opsporing van baarmoederhalskanker. 69% van de vrouwen in deze leeftijdscategorie lieten een baarmoederhalsuitstrijkje nemen. Opnieuw stelde het WIV een groot verschil vast naargelang de socio-economische categorie: 47% bij laagopgeleide vrouwen, 76% bij hoogopgeleide vrouwen. Opnieuw is het vooral de gynaecoloog die een belangrijke rol speelt. Het WIV voegt daar wel meteen aan toe dat de rol van de huisarts veel belangrijker is in Vlaanderen.
Screening naar dikkedarmkanker loopt duidelijk achter op de twee voorgaande kankerscreenings. De afgelopen twee jaar liet 16% van de bevolking tussen 50 en 74 jaar een fecaal occult bloedtest (FOBT) uitvoeren, terwijl 24% in de afgelopen tien jaar een coloscopie onderging. Combinatie van beide technieken leert dat 34% van de Belgen in deze leeftijdscategorie zich liet screenen op dikkedarmkanker.
Vaccinaties
Komen we tot het luik vaccinaties. 44% van de risicopopulatie werd in het afgelopen griepseizoen gevaccineerd tegen griep. Vooral bij jongvolwassenen (jonger dan55 jaar) is de vaccinatiegraad niet optimaal met minder dan 20% gevaccineerden. Meest verontrustend is echter dat de vaccinatiecurve sinds 2008 een neerwaartse trend vertoont. Vlaanderen scoort nog wel beter dan Brussel en Wallonië. Van de 65-plussers is slechts 10% in de afgelopen vijf jaar gevaccineerd tegen pneumokokken. Sinds 2004 stelt men geen verbetering van de vaccinatiegraad vast. “Dit wijst er op dat deze vaccinatie nog niet is ingeburgerd, zowel bij de zorgverstrekkers als bij de bevolking”, stipt het WIV aan. Net als bij griep scoort Vlaanderen beter dan de andere gewesten. 18% van de vrouwen tussen 10 en 44 jaar geeft aan ooit gevaccineerd te zijn geweest tegen het humaan papillomavirus. Bij de 10- tot 14-jarigen bedraagt de vaccinatiegraad 23%. Dat stijgt tot 50% in de leeftijdscategorie van 15 tot 19 jaar om daarna weer te dalen tot 38% bij de 20- tot 24-jarigen. Ter vergelijking in de cohorte van de 15- tot 19-jarigen bedraagt de vaccinatiegraad in Nederland 58%, in het verenigd Koninkrijk zelfs 76%.
Zie de website van het WIV voor de rapporten