Overdiagnose van astma bij kinderen

8 jul 2014

Dr. Ingrid Looijmans-van den Akker van het Julius Center voor Gezondheidszorg en Eerstelijnszorg in Utrecht stelde op de Wonca Europe Conferentie in Lissabon een studie voor die aantoonde dat er in de eerste lijn in Nederland veel te veel kinderen de diagnose van astma opgeplakt krijgen.

wonca lissabonDat astma een van de vaakst voorkomende chronische aandoeningen bij kinderen is, is geen geheim. In Nederland bedraagt de prevalentie bij kinderen tussen 5 en 10%. Bij de diagnose van de aandoening kan het belangrijk zijn een spirometrie uit te voeren omdat de symptomen onvoldoende duidelijk zijn. In Nederland kan en mag een huisarts echter geen spirometrie uitvoeren. Hij moet de jonge patiënt doorverwijzen naar de pediater. Ingrid Looijmans-van den Akker en haar collega's van het Julius Center voor Gezondheidszorg en Eerstelijnszorg in Utrecht maakten zich de bedenking dat de drempel die hierdoor ingebouwd wordt wel eens tot een overdiagnose van het aantal kinderen met astma zou kunnen leiden. Ze namen de proef op de som en gingen na of de diagnose en de behandeling van astma voorafgegaan werd door een correct diagnostisch proces (volgens de Nederlandse en de internationale standaarden).

Dat mondde uit in een retrospectieve analyse van registratiedata bij vier academische eerstelijnscentra in Utrecht en hieraan geassocieerde apotheken. In het onderzoek werden kinderen opgenomen tussen 6 en 18 jaar waarbij de diagnose van astma (ICPC R96) werd gesteld of die behandeld werden met medicatie alsof ze astma hadden. Een correcte diagnose kon gesteld worden na weerkerend periodes van kortademigheid of piepende adem of reversibele bronchiale obstructie vastgesteld door middel van spirometrie. Indien nodig werden nog bijkomende tests uitgevoerd.

De resultaten van de studie zijn tamelijk ontluisterend. In de studie waren 652 kinderen opgenomen, waarvan bij 546 voorafgaand de diagnose van astma werd gesteld, 308 kregen hiervoor medicatie. Looijmans-van den Akker en haar collega's stelden vast dat 105 kinderen inderdaad astma hadden, 151 hadden waarschijnlijk astma. Bij 391 kinderen luidde de conclusie van de studie: waarschijnlijk geen astma. Bij vijf kinderen was het verdict nog duidelijker: geen astma. "De overdiagnose van astma in de eerste lijn is alarmerend hoog. Dat leidt tot onnodige behandeling en heeft een impact op de levenskwaliteit", aldus de onderzoekers. "De diagnose en de behandeling in de eerste lijn van kinderen met astma moet beter gestructureerd en gemonitord worden." Dé oplossing ligt volgens Looijmans-van den Akker in het mogelijk maken van spirometrie door de huisarts.