Orde: “Doorverwijsplicht bij weigering euthanasie”

28 sep 2017

Een arts die om persoonlijke redenen weigert euthanasie uit te voeren, heeft de deontologische plicht de patiënt die er om vraagt, te verwijzen naar een andere arts. Dat zegt de Nationale Raad van de Orde der Artsen.

"Wanneer de arts een gewetensbezwaar uit, dat gezien wordt als de persoonlijke vrijheid van de arts om in eer en geweten geen zorg te verstrekken die volgens hem in strijd is met zijn overtuiging of zijn opdracht, deelt hij dit duidelijk mee aan de patiënt en verwijst hij hem door naar een medische structuur die hem kan behandelen." Zo luidt een passage in het advies dat de Nationale Raad van de Orde van Artsen op 6 mei van dit jaar formuleerde over het 'Informeren van de patiënt over zijn gezondheidstoestand en de verstrekte zorg'. Een arts wilde weten of dit betekent dat de Orde een deontologische doorverwijsplicht oplegt aan artsen die weigeren euthanasie uit te voeren.

In een aanvullend advies laat de Nationale Raad er geen twijfel over bestaan dat deze passage ook geldt in geval van euthanasie: “Er is een deontologische doorverwijsplicht ingeval van weigering van toepassing van euthanasie.” Dat betekent echter niet dat de doorverwijzende arts zich ervan moet vergewissen dat de arts of de instelling waarnaar verwezen wordt, ook effectief de euthanasie uitvoert. “De deontologische doorverwijsplicht houdt in dat de arts bij weigering de patiënt niet aan zijn lot mag overlaten en hem ook dan verder dient te begeleiden.”