Opsporing kanker kan beter

27 okt 2016

Hoewel de opsporing van kanker en de kwaliteit van de bevolkingsonderzoeken er ook vorig jaar op vooruit gingen, is er nog steeds ruimte voor verbetering. Dat blijkt uit het jaarrapport van het Centrum voor Kankeropsporing dat Vlaams minister van Welzijn en Gezondheidszorg gisteren voorstelde.

“Dankzij onze bevolkingsonderzoeken Borst-, Dikkedarm- en Baarmoederhalskanker kiezen meer dan 500 000 Vlamingen er jaarlijks voor om zich te laten onderzoeken. We zien dat die onderzoeken erin slagen mogelijke kankers in een vroeg stadium op te sporen, zodat de mensen een betere genezingskans hebben. Maar we moeten blijven zoeken naar manieren om nog meer mensen te bereiken en om de kwaliteit van de onderzoeken permanent te verbeteren”, wist Jo Vandeurzen trots mee te delen tijdens de voorstelling van het jaarrapport 2016 van het Centrum voor Kankeropsporing.

jaarraport bevolkingsonderzoek 2016Patrick Martens, directeur van het Centrum voor Kankeropsporing, is opgetogen over de vaststelling dat het aantal vrouwen dat na een bevolkingsonderzoek wordt doorverwezen voor verder onderzoek en waar niets aan de hand blijkt te zijn, verder is gedaald. “We slagen er dus in om steeds correcter door te verwijzen en minder vrouwen onnodig ongerust te maken. En dat zonder dat het aantal kankers dat ontstaat tussen twee onderzoeken toeneemt, dus zonder dat we inboeten aan kwaliteit van de opsporing.” Wat baarmoederhalskanker betreft, stelt dr. Martens vast dat meer potentiële baarmoederhalskankers in een vroeg stadium worden opgespoord. “Dat verhoogt de kans op genezing en op een minder ingrijpende behandeling.”

Een werkpunt blijft het bereiken van vrouwen tussen 55 en 64 jaar. Van hen laat slechts een op twee zich tijdig screenen. Voor dikkedarmkanker ten slotte is er nog werk aan de winkel. “De cijfers tonen duidelijk aan dat het bevolkingsonderzoek meer dikkedarmkankers opspoort in een vroeg stadium en dus met een betere genezingskans. Maar nog te veel mensen krijgen daarna geen of niet het beste vervolgonderzoek, zijnde een coloscopie, of moeten te lang wachten op dat vervolgonderzoek. We onderzoeken in overleg met de gastro-enterologen waaraan dit ligt en hoe hieraan kan verholpen worden.”


Zie ook: Het Jaarraport op de website van bevolkingsonderzoek.be