Zo'n 500 Nederlandse huisartsen hebben nog steeds geen contract afgesloten met zorgverzekeraar VGZ. Met als gevolg dat ze een aantal vergoedingen niet krijgen van de zorgverzekeraar. Die worden doorgerekend aan de patiënt.
Het Nederlandse systeem van zorgverzekering verschilt grondig met het Belgische systeem. In ons land worden de verstrekkingen door artsen terugbetaald door het Riziv. In Nederland sluiten de artsen contracten af met zorgverzekeraars die instaan voor de terugbetaling. Een aantal huisartsen vecht al sinds eind vorig jaar een bitter conflict uit met zorgverzekering VGZ, een van de grotere spelers op de markt. Vooral in Noord-Holland en in Limburg uiten huisartsen hun ongenoegen. Zij hebben zowel financiële als principiële bezwaren bij het contract dat de zorgverzekeraar hen voorlegt. Ze weigeren dan ook het contract te ondertekenen. Bij het begin van het jaar hadden zo'n 500 huisartsen het contract nog steeds niet ondertekend.
Het conflict draait vooral rond de vergoeding van een aantal kleine chirurgische ingrepen (gewrichtsinjecties, sterilisatie, het verwijderen van vetbulten, enz.) die door de zorgverzekeraar beduidend minder vergoed zou worden dan in het verleden. Een voorbeeld is het plaatsen van een spiraaltje. Vorig jaar kregen de huisartsen daarvoor een vergoeding van 55 euro. Dit jaar zou dat teruggebracht worden tot 18 euro. "In het ziekenhuis kost een soortgelijke ingreep al snel 500 euro", voegen de huisartsen er verontwaardigd aan toe. De zorgverzekeraar verantwoordt de verlaging door te verwijzen naar een mogelijke vergoeding van 4 cent per patiënt die de overheid de huisartsen zou willen geven om hen zo aan te sporen minder ingrepen te doen.
Naast het financiële conflict, is er ook een meer principiële achtergrond bij het conflict. De huisartsen pikken het niet dat de VGZ een beloning wil uitkeren aan huisartsen die goedkope geneesmiddelen voorschrijven of die patiënten doorverwijzen naar klinische laboratoria waar de zorgverzekeraar een akkoord mee gesloten heeft. Dat brengt volgens de artsen de vrijheid van therapie in het gedrang. Ook de eis van VGZ om makkelijk inzage te krijgen in de patiëntendossiers stuit de huisartsen tegen de borst.
Het gevolg van de weigering van de huisartsen om het contract te ondertekenen, is vooral financieel van aard. In principe mogen de huisartsen de ingrepen nog steeds uitvoeren, maar worden ze er niet voor betaald. Daarvoor passen de huisartsen die er wel voor kiezen om de patiënten in dat geval door te verwijzen naar het ziekenhuis. Daar kost de ingreep echter een veelvoud van de kostprijs bij de huisarts. Het gevolg is dat de verzekerde patiënt vaak na één ingreep zijn eigen risico kwijt is.