Vlaams minister van Volksgezondheid Jo Vandeurzen stelde gisteren de meest recente cijfers voor over de levensverwachting van de Vlaming en over de belangrijkste doodsoorzaken. Een goed-nieuws-show met een klein zwart randje.
Maar beginnen we met het goede nieuws. De levensverwachting in Vlaanderen blijft stijgen. Tussen 2004 en 2014 nam de gemiddelde levensduur met maar liefst twee jaar toe. Voor mannen bedraagt die nu 79,8 jaar, terwijl vrouwen het met 84,3 jaar nog een pak beter doen. De stijgende levensduur is vooral te danken aan een steeds kleiner wordend risico om op jonge leeftijd te sterven aan hart- en vaatziekten of kanker.
De maand waarin het hoogste aantal sterfgevallen worden vastgesteld, is januari (10%), terwijl september (7%) de minst dodelijke maand van het jaar is. De belangrijkste doodsoorzaak hangt af van de leeftijd waarop men overlijdt. Baby’s jonger dan één jaar overlijden het vaakst aan de gevolgen van aandoeningen die hun oorsprong vinden in de perinatale periode. Jongens tussen 1 en 14 jaar hebben de meeste kans te overlijden aan aangeboren afwijkingen, meisjes in diezelfde leeftijdscategorie aan niet-vervoersongevallen. Bij de leeftijdsgroep van 15 tot 44 jaar is zowel bij mannen als vrouwen suïcide de belangrijkste doodsoorzaak. Hier zijn slechts enkele uitzonderingen op. In de leeftijdscategorie van 20 tot 24 jaar nemen verkeersongevallen het even over van suïcide als belangrijkste doodsoorzaak. Bij vrouwen tussen 40 en 44 jaar komen er evenveel sterfgevallen voor door suïcide als door borstkanker. Mannen tussen 50 en 79 jaar sterven het vaakst aan de gevolgen van longkanker, bij vrouwen wisselen borst- en longkanker elkaar af. Mannen tussen 80 en 84 jaar hebben voornamelijk te lijden aan ischemische hartziekten, terwijl bij vrouwen tussen 75 en 84 jaar cerebrovasculaire aandoeningen de belangrijkste doodsoorzaak zijn. Vanaf de leeftijd van 85 jaar overlijden de meeste mensen aan de gevolgen van hartdecompensatie, complicaties en onduidelijk omschreven hartaandoeningen.
Hoewel de levensduur stijgt, zou preventie toch nog kunnen leiden tot een verdere afname van vermijdbare sterfte. Vooral bij mannen ligt het aantal verloren potentiële jaren hoog, wat toe te schrijven is aan longkanker, suïcide, ischemische hartziekten en verkeersongevallen. Bij vrouwen is de belangrijkste oorzaak van verloren levensjaren borstkanker. In theorie was één op de vier sterfgevallen van mannen in 2014 vermijdbaar. Bij vrouwen ging het om één op zes sterfgevallen. 84% was preventief te voorkomen (suïcide, ongevallen, longkanker en ischemische hartziekten), terwijl 38% behandelbaar was (colorectale kanker, ischemische hartziekten en cerebrovasculaire aandoeningen).