MFO: nieuwe kwaliteitsbevorderende programma’s goedgekeurd

21 jun 2018

Het Riziv keurde een reeks nieuwe kwaliteitsbevorderende programma’s goed die kaderen in het project van het Medisch-farmaceutisch overleg.

Het Medisch-farmaceutisch overleg werd destijds in het leven geroepen om het geneesmiddelenvoorschrift en -gebruik te rationaliseren. Bij het overleg dat in eerste instantie bedoeld is om huisartsen en apothekers samen te brengen, kunnen ook ziekenhuisartsen en ziekenhuisapothekers betrokken worden. Om erkend te worden als lokaal MFO-project moeten er zowel (huis)artsen als apothekers aan deelnemen, moeten er problemen uit de dagelijkse praktijk besproken en mogelijk opgelost worden. Daartoe moeten onder meer de aanbevelingen bijdragen die uit het overleg naar voor komen. Het Riziv maakte onlangs een reeks nieuwe lokale en goedgekeurde MFO-projecten bekend.

Een van de erkende projecten is het programma rond multidisciplinaire aanpak bij chronische nierinsufficiëntie voor Domus Medica uitgewerkt door Peter Dieleman en Gert Merckx. Bij deze patiënten is een zorgvuldig en aangepast medicatiebeleid noodzakelijk. Dat betekent concreet dat er een afweging moet worden gemaakt tussen het opstarten dan wel het starten van potentieel nefrotoxische medicatie, dat er een goede follow-up moet zijn van de nierfunctie bij nefrotoxische geneesmiddelen en dat de dosis moet worden aangepast in functie van de graad van nierfalen. Domus Medica biedt een gedetailleerde beschrijving van de modules, patiëntenbrochures en steekkaarten voor artsen en apothekers aan.

Eénlijn.be heeft als doel de kwaliteit van de zorg te verbeteren door een sterkere samenwerking en digitale gegevensverdeling over de patiënt. Het programma focust op het gebruik van eHealthdiensten voor interdisciplinaire zorg. Zo probeert het bij te dragen aan het onderlinge begrip dat noodzakelijk is om gegevens te delen tussen de diverse zorgberoepen en met ziekenhuizen en woonzorgcentra. Concreet worden vormingssessies aangeboden over eGezondheid in het algemeen en over het elektronisch voorschrift.

De Koninklijke Apothekers Vereniging van Antwerpen (KAVA) stelt drie projecten voor. Het eerste project is gericht op een optimalisatie van de behandeling en de zorg van patiënten met diabetes type 2. Het multidisciplinaire team moet inzetten op de promotie van een gezonde levensstijl en op de optimalisatie van de medicamenteuze therapie. Een tweede project van KAVA is gericht op een verbetering van de therapietrouw van een patiënt onder een TNT-alfa-remmer en dat door een betere samenwerking tussen huisarts en patiënt. Een goede begeleiding van de patiënt is daarbij van cruciaal belang. Een derde project wil de kennis over directe orale anticoagulantia (DOAC) verbeteren en de identificatie van de risicopopulatie verduidelijken.

Het samenwerkingsverband tussen de Apothekersvereniging van Brussel, het Huis voor Gezondheid en het Regionaal Multidisciplinair Netwerk Brussel kreeg vier projecten goedgekeurd. In het eerste project wordt gefocust op zorgtrajecten als middel om tot een vlotte samenwerking tussen huisarts en apotheker te komen. De nadruk ligt daarbij op het verhelpen van administratieve knelpunten. Pas wanneer die weggewerkt zijn, kan de multidisciplinaire opvolging efficiënt verlopen. Het tweede project legt de nadruk op een vlottere samenwerking tussen huisarts en apotheker door beter overleg. Dat overleg kan gaan over bereikbaarheid, onderlinge communicatie, de kwaliteit van het voorschrift en afspraken over voorschrijven op stofnaam en substitutie. Project nummer drie streeft een vlotte samenwerking na tussen huisartsen en apothekers over het magistraal voorschrift. Het vierde project focust dan weer op de samenwerking tussen beide partners in de eerste lijn over misbruik en verslaving.

Aan de Universiteit Gent werkte Ellen Van Leeuwen een programma uit dat als doel heeft medicatienazicht bij het brede publiek van zorgverleners onder de aandacht te brengen en vervolgens de kwaliteit en de veiligheid van het geneesmiddelengebruik te verbeteren bij risicopatiënten met polyfarmacie. Dat gebeurt door het optimaliseren van de medicamenteuze behandeling, het voorkomen van zogenoemde geneesmiddelen gebonden problemen en de bevordering van de therapietrouw.

Chatal Leirs werkte voor Escapo een project uit dat nagaat hoe het risico voor de patiënt op vaak voorkomende interacties kan worden voorkomen. Het project focust op coumarines in combinatie met NSAID’s en antibiotica (verhoogd bloedingsrisico) en op statines in combinatie met antibiotica en azoolantimyotica (risico op rhabdomyolyse).

Voor KOVAG werkte Carolien Bogaerts een stappenplan uit om het risico op vallen als gevolg van psychofarmaca (benzodiazepines, antidepressiva en antipsychotica) te verminderen. Een laatste goedgekeurd project over transmuraal medicatiebeleid wil huisartsen en apothekers aanzetten tot lokaal multidisciplinair overleg in verband met geneesmiddel gerelateerde problemen.


Zie ook: het MFO op de website van het Riziv