Meer fijnstof = meer huisartsenbezoek

Een recente studie toont aan dat op plaatsen waar er meer fijnstof in de lucht aanwezig is, er vaker naar de huisarts wordt gegaan. 

Luchtverontreiniging vormt een van de grootste milieugezondheidsrisico’s in Europa. Een studie uitgevoerd door de KU Leuven, UHasselt en de Intergewestelijke Cel voor het Leefmilieu legt het verband bloot tussen de hoeveelheid fijnstof en het aantal bezoeken dat mensen brengen aan huisarts en de spoeddienst. Het niveau fijnstof  wed in kaart gebracht tot op het niveau van 20.000 wijken. Vervolgens werden de gegevens gekoppeld aan meer dan één miljoen jongeren en volwassenen die aangesloten zijn bij de Onafhankelijke Ziekenfondsen. De algemene conclusie is duidelijk: hoe lager de concentratie fijnstof in de lucht, hoe minder vaak men naar de huisarts gaat. 

Het niveau van vervuiling door PM2,5 (fijnstof in de omgevingslucht met een diameter kleiner dan 2,5 micrometer) bepaalt het aantal bezoeken dat een volwassene brengt aan een huisarts binnen de kantooruren: 

  • 2,96 huisartsbezoeken in wijken met PM2,5 tussen 4,91 en 7,49 µ/m3 
  • 3,10 huisartsbezoeken in wijken met PM2,5 tussen 7,50 en 9,99 µ/m3 
  • 3,20 huisartsbezoeken in wijken met PM2,5 tussen 10,00 en 11,99 µ/m3 
  • 3,30 huisartsbezoeken in wijken met PM2,5 tussen 12,00 en 14,64 µ/m3 

Dezelfde tendens wordt vastgesteld bij jongeren en voor huisartsbezoeken buiten de kantooruren, die meestal wijzen op een dringendere nood aan medisch advies. 

De studie bekeek ook wat de invloed van groene ruimte is op de volksgezondheid. Iemand die in een wijk woont met meer dan 30% boombedekking, gaat minder vaak naar de huisarts. Het bevestigt volgens de onderzoekers de noodzaak om werk te blijven maken van de WHO-richtlijn die bepaalt dat tegen 2030 het jaargemiddelde PM2,5 niet hoger mag liggen dan 5 µ/m3

Filip Ceulemans