Met Open VLD-politica Maggie De Block komt er voor het eerst sinds 1946 weer een arts op het departement Volksgezondheid. Ze krijgt er tevens Sociale Zaken bij. In het regeerakkoord wordt een aantal maal expliciet naar de huisarts en de huisartsgeneeskunde verwezen.
De voorbije dagen zoemde het volop in de Wetstraat dat Maggie De Block de volgende minister van Volksgezondheid zou worden. Meestal werd daar meteen bij gezegd dat CD&V daarop Sociale Zaken claimde, een portefeuille die dan naar Koen Geens zou gaan. Dat zou betekenen dat de klok teruggedraaid werd en beide departementen opnieuw uit elkaar gehaald werden. Zo ver kwam het niet. Net als haar voorgangster Laurette Onkelinx bestiert Maggie De Block de komende vijf jaar zowel Volksgezondheid als Sociale Zaken. Daarmee wordt ze meteen de eerste arts sinds 1946 die minister van Volksgezondheid is in een federale regering (*).
Ondertussen raakte ook de volledige tekst van het regeerakkoord van de Zweedse coalitie bekend daarin wordt ruim aandacht besteed waan gezondheidszorg. "Een van de centrale doelstellingen van de regering bestaat er in om aan alle burgers van dit land een kwaliteitsvolle, betaalbare en toegankelijke gezondheidszorg te garanderen, aangepast aan de evoluerende noden van de patiënt, en met vrijwaring van de principes van vrije keuze van de patiënt en de diagnostische en therapeutische vrijheid", luidt het in de aanhef van het stuk over gezondheidszorg. "Tijdens deze legislatuur zal de nadruk voornamelijk worden gelegd op een grondige hervorming van diverse aspecten van de structuur van onze gezondheidszorg. Het beleid zal afgestemd worden op gezondheidsdoelstellingen, gekoppeld aan een stabiele budgettaire meerjarenplanning, en op de principes van evidence based practice. Alle actoren worden hiervoor geresponsabiliseerd . De stijgende zorgvraag van chronisch zieken en bejaarde patiënten moet opgevangen worden in adequate structuren, de eerstelijnsgezondheidszorg en de samenwerking rond en met de patiënt moet bevorderd worden."
Maar wat staat er concreet in het regeerprogramma dat de huisarts rechtstreeks of onrechtstreeks raakt? Om de financiële drempels weg te werken, wil de regering Michel werk maken van het profressief toekennen van het recht op verplichte derdebetalersregeling bij de huisarts. Te beginnen vanaf 1 juli 2015 met patiënten die genieten van een verhoogde verzekeringstegemoetkoming. Het conventiesysteem moet blijven bestaan, maar kan wel hervormd worden met het oog op een versterking van de tariefzekerheid. Nog inzake tariefzekerheid stelt de Zweedse coalitie voor een patiëntenfactuur in te voeren. "Hierbij moet de nodige aandacht besteed worden aan de administratieve last voor de zorgverstrekker."
De regering wil de patiënten makkelijker toegang verlenen tot zijn eigen elektronisch medisch dossier. "In dat kader, en mede met het oog op het ontwikkelen en invoeren van een veralgemeend, elektronisch patiëntendossier tegen 2019, zullend e patiënten aangespoord worden om een referentiehuisarts te kiezen, echter zonder aan de vrije keuze van de patiënt te raken."
Het KB 78 wordt door de nieuwe regering grondig herzien. "De competenties van de beoefenaars van een gezondheidszorgberoep worden uitgezuiverd en herschikt overeenkomstig het principe van de subsidiariteit, waarbij de taken worden toegewezen aan die zorgverleners die de vereiste zorg op de meest doelmatige en kwaliteitsvolle wijze kunnen verlenen. Er wordt meer aandacht besteed aan de organisatie van multidisciplinaire samenwerking."
De regering wil de artsen tegemoetkomen in hun bezwaren tegen de steeds toenemende administratieve rompslomp. Het verlichten van de administratie voor artsen wordt een van de prioriteiten van de regering. De verdere implementatie van MyCareNet moet daar mee toe bijdragen. "Tegen het einde van de legislatuur zullen de administratieve contacten tussen verzekeringsinstellingen en artsen voor de afhandeling van administratieve aanvragen (geneesmiddelen, zorgtrajecten, enz.) en elektronische facturatie aanzienlijk vereenvoudigd zijn", belooft de regering. In hetzelfde kader gaat de regering na of de regels inzake a priori controle op het voorschrijven van geneesmiddelen (hoofdstuk IV) kunnen worden herzien. Men zal met name nagaan of bepaalde geneesmiddelen niet van a priori controle (hoofdstuk IV) overgeheveld kunnen worden naar a posteriori controle (hoofdstuk II). Er wordt onderzocht of voorschrijvers die op basis van monitoring en controle blijken te voldoen aan regels en de richtlijnen inzake goede medische praktijk, onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld kunnen worden van a priori aanvraagprocedures.
Ook de wachtdiensten worden niet vergeten in het regeerakkoord. "Er wordt een algemene verplichting tot deelname aan de wacht ingevoerd, waarbij vrijstelling kan worden verleend op basis van leeftijd, gezinssituatie en gezondheidstoestand van de zorgverstrekker. De hervorming van de medische wachtdiensten zal worden voortgezet en uitgebreid, onder andere in samenwerking met de huisartsenkringen. De organisatie en de werking van de huisartsenwachtposten wordt geëvalueerd en geoptimaliseerd." Om het onoordeelkundig gebruik van de dienst spoedgevallen af te raden, moet de patiënt ontmoedigd worden naar het ziekenhuis te gaan en moet hij net aangespoord worden om eerst bij de huisarts of bij de wachtdienst van de huisartsen langs te gaan. Ten slotte stelt de regering dat de criteria voor het behoud van de erkenning als huisarts geëvalueerd en zo nodig aangepast zullen worden.
(*) De vorige arts die minister van Volksgezondheid was in een Belgische regering, was Albert Marteaux, een Brussels politicus die van 1926 tot 1929 en van 1936 tot 1949 voor de PCB (Parti Communiste Belge) in het parlement zetelde. Hij was minister van Volksgezondheid in 1944 en in 1945-1946.