Lokaal overleg gevraagd tussen apothekers en huisartsen

18 sep 2013

Vanaf 1 oktober kan een apotheker een patiënt die een behandeling tegen astma start, een gepersonaliseerde begeleiding aanbieden. Dat gebeurt tijdens twee begeleidingsgesprekken, waarvoor de apotheker een honorarium mag aanrekenen. Op zich vindt Maaike Van Overloop, voorzitter van Domus Medica, dat daar niets mis mee is. Maar ze vraagt wel dat de apothekers op lokaal niveau snel contact opnemen met de LMN's.

Wanneer een patiënt op 1 oktober een behandeling met inhalatiecorticoïden tegen astma start, kan hij van zijn apotheker een gepersonaliseerde begeleiding krijgen. Die bestaat uit twee begeleidingsgesprekken (Begeleidingsgesprekken Nieuwe Medicatie, BNM). Ze krijgen hiervoor een honorarium van 20 euro per consult uitbetaald door het Riziv. Het is trouwens de eerste keer dat apothekers een honorarium uitgekeerd krijgen dat niet rechtstreeks gelinkt is aan de aflevering van een geneesmiddel. 

"Apothekers krijgen vanaf 1 oktober de opdracht mee te kijken naar de juiste inname van inhalatiecorticoïden bij nieuwe astmapatiënten. De BNM kunnen op voorschrift van de behandelende (huis)arts, maar ook op vraag van de patiënt of van de apotheker zelf. Ze gebruiken hiervoor gevalideerde protocollen, maar deze zijn op dit moment nog niet breed verspreid. Iedereen werd een beetje in snelheid genomen en daarom konden we de huisartsen niet tijdig informeren en waardoor er te weinig tijd was voor het maken van taakafspraken en het geven van opleiding", weet dr. Van Overloop. "Nochtans is het enorm belangrijk dat huisartsen en apothekers samenwerken. En dat ze beiden hetzelfde verhaal vertellen aan de patiënt. Want de apotheker heeft het tijdens het consult niet enkel over het feit dat men best de mond spoelt na inhalatie of hoe men precies een device gebruikt. De apotheker krijgt ook de tijd om te herhalen waarvoor de medicatie precies dient. Het gaat dus wel degelijk om een volwaardige educatiesessie van 20 minuten."

"Chronische zorg is bij uitstek een multidisciplinair gegeven. We hebben daar het LMN (Lokaal Multidisciplinair Netwerk) voor dat in Vlaanderen goed werkt. We roepen de apothekers dan ook met aandrang op om op lokaal vlak te overleggen met het LMN. We vinden dat we dit – huisartsen en huisapothekers – samen moeten implementeren op lokaal vlak om tot een goede samenwerking te komen. Dat is absoluut noodzakelijk omdat de apotheker erg ver kan gaan in het geven van informatie. Daarom is overleg met de huisarts steeds nodig, ook wanneer de behandeling voorgeschreven werd door een pneumoloog. Op een aantal plaatsen zal dat ongetwijfeld meteen toegepast worden, op andere plaatsen dan weer niet. Daar willen we als Domus Medica de lokale huisartsen mee ondersteunen en begeleiden. Zo moeten er bijvoorbeeld afspraken gemaakt worden over het moment waarop de apotheker de patiënt terugstuurt naar de huisarts", stelt de voorzitter van Domus Medica. "We geven het systeem enkele maanden de tijd om te groeien, maar willen het begin volgend jaar wel evalueren met de apothekers."