Klimaatverandering leidt tot nieuwe pathogenen

Onderzoekers van het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen (ITG) vonden in Peru aanwijzingen dat klimaatverandering en het ontstaan van nieuwe ziekten hand in hand gaan.

Alle ogen zijn vandaag gericht op COVID-19, een virus dat ongeveer anderhalf jaar geleden voor het eerst de mens bereikte. Het virus is echter slechts het topje van de ijsberg: elders in de wereld sluimeren vele andere microben, sommigen al duizenden jaren oud. Al sinds de jaren 1980 buigen onderzoekers van het ITG zich over de moleculaire epidemiologie van leishmaniase, een ziekte die ernstige verminkingen aan de huid en de ingewanden veroorzaakt en tot de dood kan leiden. Begin dit jaar slaagde dr. Frederik Van de Broeck erin een ingevroren staal van de parasiet die de aandoening veroorzaakt, terug tot leven te brengen en het volledige genoom in kaart te brengen. 

“Deze studie is een heel zeldzaam en goed onderbouwd voorbeeld van ecologische speciatie”, zegt dr. Frederik Van den Broeck. “Ze toont ons dat er door klimaatverandering nieuwe ziekten kunnen ontstaan. Parasieten zijn interessante modellen om het ontstaan van nieuwe soorten in kaart te brengen. Dit komt doordat ze een intieme ecologische verbondenheid hebben met hun dierlijke gastheer (een luiaard) en vector (de zandvlieg). Externe factoren zoals klimaatverandering of ontbossing kunnen deze ecologische verbondenheid destabiliseren. Dat resulteert vaak in een sprong van pathogenen naar nieuwe gastheren of vectoren. In dit geval toonden we aan dat er uit de oude leishmania-soort in het vochtige Amazonewoud een nieuwe soort ontstond in de tropische loofbossen van de Andes. Door gebruik te maken van modellen konden we inschatten dat dit wellicht gebeurde tijdens de laatste interglaciale periode zo’n 120.000 jaar geleden. Het klimaat was toen te vergelijken met ons huidige warme klimaat, waardoor de soort zich makkelijker kon verspreiden naar andere gebieden. Daarna kwam een lange periode van isolatie tijdens de ijstijd waar het klimaat aanzienlijk kouder was. Als dergelijke periodes van isolatie lang genoeg duren, kan dit leiden tot een nieuwe soort.”

Ook migratie en de manier waarop mensen leven en zich verplaatsen speelt een belangrijke rol in de verspreiding van Leishmaniase”, vervolgt Van den Broeck. “Sinds de jaren 1980 heeft de meest pathogene vorm van Leishmaniase zich meer onder mensen kunnen verspreiden doordat ze om bepaalde redenen steeds dieper in de jungle doordrongen. Denk aan guerrillastrijders of drugshandelaars. Zo kwam de nieuwe soort terug in contact met de oude soort, wat aanleiding gaf tot een nieuwe lokale epidemie van Leishmaniase. Omdat we over zo’n unieke collectie van parasieten beschikten, kunnen we heel duidelijk deze verbanden leggen.” 

De studie, die deze week werd gepubliceerd in het Amerikaanse vakblad PNAS, geeft duidelijk aan welke invloed de mens heeft op de verspreiding van ziekten. Enerzijds door de opwarming van de aarde, anderzijds door globalisering en migratie. Naarmate het klimaat verder verandert, zullen er volgens Van den Broeck steeds vaker tropische ziekten opduiken in onze contreien. “En ze komen om te blijven”, besluit hij weinig geruststellend. 

Filip Ceulemans