KCE: “Hoe post-intensive care-syndroom voorkomen”

9 feb 2023

Het post-intensive care syndroom (PICS) is een relatief nieuwe problematiek die door de coronacrisis meer aandacht heeft gekregen. 40% van de patiënten die langdurig op intensieve zorg verbleven, wordt geconfronteerd met intense en aanhoudende spierzwakte, cognitieve en psychologische problemen. Het federaal Kenniscentrum voor de gezondheidszorg (KCE) bekeek welke maatregelen efficiënt zijn om het syndroom te voorkomen. 

Het post-intensive care syndroom (PICS) is erkend sinds 2012, maar raakte vooral bekend door de Covid-19-crisis. Veel patiënten verbleven gedurende meerdere weken, soms maanden op een afdeling voor intensieve verzorging en overleefden zo een ernstige Covid-19-besmetting. De langdurige immobilisatie, mechanische beademing en langdurige toediening van krachtige kalmeermiddelen kunnen echter ook leiden tot een aanhoudende toestand van spierzwakte, cognitieve problemen (problemen met geheugen, concentratie, het uitvoeren van dagdagelijkse activiteiten) en/of psychologische problemen (angst, depressie of posttraumatische stressstoornis). Overigens kunnen ook naasten van een patiënten als gevolg van de traumatische ervaring lijden aan PTSS. Al deze gevolgen, die ernstig en invaliderend kunnen zijn, worden samengebracht onder de term post-intensive care syndroom (PICS). 

Het federaal Kenniscentrum voor de gezondheidszorg (KCE) bekeek de internationale literatuur om in beeld te brengen welke maatregelen preventief kunnen worden aangewend om het syndroom te voorkomen. In het rapport dat vorige week verscheen, ziet het KCE vijf hoofdprincipes. De eerste is een adequate pijnbestrijding. Pijn blijkt een sterke risicofactor voor het later ontwikkelen van PICS. Een tweede richtlijn stelt dat de periode van de mechanische beademing best zo kort mogelijk wordt gehouden en dat in combinatie met een zo licht mogelijke sedatie. Ten derde moet een situatie van delirium in de mate van het mogelijke worden vermeden. Zo is het belangrijk de nacht-dagcyclus te behouden. In het verlengde hiervan pleit het KCE voor een optimalisatie van de kwaliteit van de slaap door ‘s nachts licht en lawaai te verminderen. De patiënt moet ook zo snel mogelijk worden gemobiliseerd om de spierkracht en de functionele capaciteit te behouden. Ten slotte, en daar neep tijdens de Covid-pandemie wel eens het schoentje, moet regelmatige interactie met de familie worden bevorderd.  

Het KCE zet ook de zes tools nog eens op een rijtje die in de huisartsenpraktijk kunnen worden gebruikt om PICS te detecteren: 

  1. Mobiliteit: Timed up-and-go (TUG) 
  2. Spierzwakte: Handdynamometer 
  3. Depressie: Whooley-vragen 
  4. Angst: GAD-2 test 
  5. Algemene cognitieve functie: Mini-Cog 
  6. Verbale woordvlotheid: Animal naming

Filip Ceulemans