KCE en huisartsen

8 dec 2016

Sinds begin dit jaar maakt het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidzorg (KCE) op regelmatige basis een nieuwsbrief met daarin een update van voor huisartsen belangrijke berichten. Op 1 december verscheen de vijfde editie van deze nieuwsbrief.

Naar aanleiding van de KCE-studie over de vaccinatie tegen pneumokokken, die tot de verrassende conclusie kwam dat het oudere 23-valent vaccin interessanter is dan het nieuwe 13-valent, begint de nieuwsbrief met een interview met dr. Germaine Hanquet, auteur van het rapport en specialiste vaccinologie bij het KCE. Zij geeft grif toe enorm verrast te zijn door de resultaten van de studie. “Wij waren de eersten om verrast te zijn, want iedereen ging ervan uit dat het nieuwe 13-valent vaccin, dat gebruik maakt van een meer gevorderde technologie en dat goed werkte bij zuigelingen, betere resultaten zou opleveren. Uiteindelijk bleek er geen duidelijk verschil te zin tussen zijn vaccinale doeltreffendheid en die van het oudere 23-valent vaccin”, aldus dr. Hanquet. De conclusies van het KCE zijn niettemin niet tegenstrijdig met de aanbevelingen van de Hoge Gezondheidsraad. De HGR raadt aan eerst met PCV-13 en vervolgens met PPV-13 te vaccineren. “Net zoals de HGR dachten ook wij dat het 13-valent alleen niet volstond om oudere patiënten te beschermen en dat, als men toch zou kiezen voor dit vaccin, er na acht weken een bijkomende vaccinatie met het 23-valent zou nodig zijn. We voerden echter ook een kosteneffectiviteitsstudie uit. Die toonde aan dat de combinatie PCV-13 + PPV-23 niet alleen duur is voor de patiënt (meer dan 100 euro), maar ook slechts enkele bijkomende ziekenhuisopnames en overlijdens kan voorkomen. Een terugbetaling van deze vaccinatie zou een hoge maatschappelijke kost met zich meebrengen: meer dan 130 000 euro per (gewonnen) gezond levensjaar (QALY's). Een vaccinatie met alleen PPV23 zou daarentegen 83 000 euro, 60 000 euro en 52 000 euro per QALY kosten, respectievelijk voor de leeftijdsgroepen 50-64, 65-74 en 75-84 jaar. Daarbij wordt rekening gehouden met de vaccinatiekost en de kost van de vermeden behandelingen.”

Een tweede bijdrage zoomt in op een studie die een antwoord poogt te geven op de vraag of het bij een licht hoofdtrauma aangewezen is een CT-scan te nemen. Jaarlijks worden in België ongeveer 26 000 hoofdtrauma’s opgelopen. In bijna negen gevallen op tien gaat het gelukkig om een licht trauma (Glasgowscore van 13 tot 15 en geen of weinig bewustzijnsverlies). Het risico op ernstige hersenbeschadiging is erg laag bij hen. Maar omdat artsen geen enkel risico willen nemen, besluiten ze toch vaak een CT-scan te laten nemen.

Het KCE bekeek een recente studie verschenen in de JAMA, waarin de betrouwbaarheid wordt onderzocht van twee klinische algoritmes, de New Orleans Criteria en de Canadian CT Head Rule. De auteurs van de studie stellen vast dat de kans op een ernstige hersenbeschadiging laag is wanneer geen enkel teken vermeld in één van de twee algoritmes aanwezig is. Voor de New Orleans Criteria zijn de tekenen: ouder zijn dan 60 jaar; braken, persisterende anterograde amnesie, zichtbaar supraclaviculair trauma, intoxicatie (alcohol, drugs), convulsies en hoofdpijn. De Canadian CT Head Rule geeft zes tekenen aan: 65 jaar of ouder, meer dan eenmaal braken, amnesie langer dan dertig minuten, vermoeden van open schedelbreuk, van indeuking of van schedelbasisfractuur, hoog-energetische schok (voetganger geraakt door een voertuig, passagier uit een voertuig geslingerd, val van meer dan een meter hoogte of van meer dan vijf treden, GCS lager dan 15 na twee uur). De patiënten op wie één of meerdere tekens van het algoritme van toepassing zijn, kan men naar huis laten vertrekken, in observatie nemen of een CT-scan laten ondergaan. De beslissing om al dan niet een scan te nemen is afhankelijk van de zorglocatie, de kans op een letsel volgens het oordeel van de arts, de voorkeur van de patiënt, het aantal positieve tekens in het algoritme en de aanwezigheid van bepaalde, specifieke elementen.

In een videoboodschap geeft prof. Sallie Lamb, codirecteur van de klinische onderzoekseenheid van de universiteit van Oxford aan welke rol huisartsen kunnen spelen in klinisch onderzoek. Ze doet dat naar aanleiding van het internationaal symposium dat het KCE twee maanden geleden over dit onderwerp organiseerde. Andere onderwerpen die aan bod komen: wat te zeggen tegen een patiënt die na een transfusie met hepatitis C besmet werd en de betere terugbetaling die er voor hen zit aan te komen, een overzicht van de wetenschappelijke literatuur over keizersneden en een herinnering aan de enquête die het KCE momenteel voert inzake de organisatie van de zorg bij het levenseinde.


Zie ook: de nieuwsbrief op de website van het KCE