Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Jo Vandeurzen wil vanaf 2014 niet minder dan 1,9 miljoen Vlamingen op darmkanker laten onderzoeken. Dat zei hij vorig weekeind naar aanleiding van Wereldkankerdag (4 februari). Uiteraard speelt de huisarts een belangrijke rol in deze campagne.
Jaarlijks krijgen 5000 Vlamingen de diagnose darmkanker. Daarmee is darmkanker de tweede meest voorkomende kanker bij vrouwen (na borstkanker) en de derde meest voorkomende kanker bij mannen (na prostaat- en longkanker). Elk jaar overlijden tussen 1800 en 2000 Vlamingen aan deze aandoening. Dat sterftecijfer zou met 20% kunnen dalen mits een goed screeningsprogramma. Voor Vlaanderen komt dat al snel neer op ongeveer 400 vermeden sterfgevallen. En dus wil Vlaams minister Jo Vandeurzen vanaf 2014 fors inzetten op de screening naar darmkanker.
Immonochemische Fecaal Occult Bloed Test (iFOBT)
Over een periode van twee jaar (2014 en 2015) krijgen alle Vlamingen tussen 50 en 74 jaar een uitnodiging om een staal van hun stoelgang te laten onderzoeken. In totaal gaat dat om meer dan 1,9 miljoen mensen, ofwel ongeveer één Vlaming op drie. De uitnodiging bevat naast een begeleidende brief ook de test die door Vlaanderen als meest optimale werd gekozen. De keuze viel op de immonochemische Fecaal Occult Bloed Test (iFOBT). Deze test, die er uitziet als een cilindervormig potje met een soort mascaraborstel, is heel hygiënisch en kan makkelijk door iedereen thuis uitgevoerd worden. Tien dagen nadat de testpersoon het staaltje heeft teruggestuurd, kent hij het resultaat. De stalen worden onderzocht op niet voor het blote oog zichtbare bloedsporen. Is het resultaat afwijkend dan volgt er een colonoscopie.
Experimenten in Borgerhout, Schilde en Vosselaar
Hamvraag is hoeveel van de 1,9 miljoen aangeschreven mensen ook effectief de test zullen uitvoeren. Jo Vandeurzen is gerust op een positieve respons. Een experiment in Borgerhout, Schilde en Vosselaar toont aan dat 44% van de aangeschreven personen deelneemt. In deze drie gemeenten werden twee methodes uitgeprobeerd. De helft van de 19 500 50-plussers kreeg een test met uitleg in de bus. De andere helft kreeg een uitnodiging om zich bij de huisarts te melden voor een preventieve test. De eerste methode leverde het beste resultaat. Blijkbaar zagen nogal wat mensen op tegen een extra verplaatsing naar de huisarts. De huisartsen mogen, net als de gastro-enterologen , nog een grondige informatieronde verwachten.
Filip Ceulemans