In zes gevallen op tien is de huisarts het eerste aanspreekpunt voor een patiënt die om euthanasie verzoekt.
In 2021 werd 2699 keer euthanasie uitgevoerd. Dat blijkt uit de cijfers die de Federale Controle- en Evaluatiecommissie Euthanasie (FCEE) onlangs bekendmaakte. Driekwart van de gevallen (74,3%) situeert zich in Vlaanderen. De verhouding tussen mannen (50,8%) en vrouwen (49,2%) is nagenoeg in evenwicht. De leeftijdscategorieën waar het vaakst euthanasie wordt toegepast, zijn tussen 80 en 89 jaar (29,3%), tussen 70 en 79 jaar (27,6%) en tussen 60 en 69 jaar (19,9%). In bijna alle gevallen gaat het om een actueel verzoek (99,4%). In amper zeventien gevallen (0,6%) is er sprake van een voorafgaande wilsverklaring. In 84,1% van de gevallen verkeerde de patiënt die euthanasie vroeg, in een terminale fase.
Heeft een patiënt een euthanasieverzoek, dan stapt hij daar het vaakst mee naar de huisarts. In 61,9% van de gevallen was de huisarts het eerste aanspreekpunt. Een specialist (35,3%) of een psychiater (2,9%) wordt beduidend minder gekozen als eerste aanspreekpunt. In iets meer dan de helft van de gevallen (54,3%) wordt de euthanasie thuis uitgevoerd. Het ziekenhuis komt op de tweede plaats (29,6%), gevolgd door het woonzorgcentrum (14,3%).
De aanwezigheid van kanker blijft de voornaamste oorzaak om euthanasie te vragen (62,9%), gevolgd door polypathologie (17,8%) en ziekten van het zenuwstelsel (7,9%). De andere categorieën die aan de basis liggen van euthanasieverzoek, liggen lager dan vijf procent.
In iets meer dan twee derde van uitgevoerde gevallen van euthanasie (69,4%) besliste de commissie tot aanvaarding zonder meer. In 15,6% van de gevallen werd deel I geopend omwille van administratieve redenen, in 8,4% voor opmerkingen en in 6,6% voor preciseringen over procedure of voorwaarden. Net als de voorgaande jaren werd geen enkel dossier doorverwezen naar de procureur des konings.
Filip Ceulemans