Praktijklessen, interactief onderwijs, colleges en zelfs examens komen onder druk te staan door de hogere instroomquota in de opleiding geneeskunde. Dat zegt het Vlaams Geneeskundig Studentenoverleg (VGSO) in een open brief aan de bevoegde Vlaamse ministers Ben Weyts (N-VA) van Onderwijs en Hilde Crevits (CD&V) van Welzijn en Volksgezondheid.
De toegenomen druk op praktijklessen, interactief onderwijs, colleges en examens is een bedreiging voor de kwaliteit van de opleiding geneeskunde, schrijft het Vlaams Geneeskundig Studentenoverleg (VGSO) in een open brief aan Ben Weyts en Hilde Crevits. Het aantal studenten dat de studies geneeskunde mag aanvatten, steeg dit academiejaar van 1.200 tot 1.600. Op die manier willen de Vlaamse ministers het structureel tekort aan artsen aanpakken.
Bijna 400 studenten extra betekent voor de universiteiten een bijkomende kost. “Een intensieve, kwaliteitsvolle opleiding tot arts kost heel wat geld”, stelt het VGSO vast. “Dat komt onder meer door de specifiek en uiteenlopende onderwijsvormen zoals theoretische en klinische colleges, vaardigheidstrainingen, communicatielessen, groepswerken en verschillende soorten stages.” Minister van Onderwijs Ben Weyts maakte 15 miljoen euro extra middelen vrij voor de universiteiten opdat de uitbreiding niet ten koste zou gaan van de onderwijskwaliteit.
De studenten zeggen echter dat ze toch “verregaande aanpassingen” ondervinden. “Zo moeten studenten van de eerste bachelor geneeskunde aan de UGent zeker één dag per week van thuis uit lessen volgen omdat er in het auditorium te weinig plaats is voor iedereen tegelijk. Ook het examineren van studenten wordt beïnvloed. De UGent kiest er bijvoorbeeld voor om het aantal evaluatiemomenten van de praktijkexamens te verminderen.” Daarom vraagt het VGSO met aandrang om extra financiële middelen vrij te maken om zo de kwaliteit van de opleiding geneeskunde te vrijwaren.
Filip Ceulemans