Helft huisartsen geconfronteerd met agressie

18 sep 2014

Ruim de helft van de Belgische huisartsen (52%) kreeg tijdens een wachtdienst al af te rekenen met een of andere vorm van fysieke of verbale agressie. Dat blijkt uit een rondvraag van het Nationaal Syndicaat van Zelfstandigen (NSZ) bij 218 huisartsen. 46% van de huisartsen zegt maatregelen te nemen om zich hiertegen te wapenen.

aggressief grMeer dan de helft van de Belgische huisartsen stond al bloot aan agressief gedrag van een patiënt tijdens de wachtdienst. Vooral in Brussel en in Wallonië (63%) is dit een probleem, maar ook Vlaanderen is er niet vrij van (47%). In vier gevallen op vijf is de agressie waaraan de huisarts blootstaat, verbale agressie. Fysieke agressie komt minder frequent voor, maar is toch nog steeds goed voor 20% van de gevallen van geweld tegen een huisarts. De meest voorkomende aanleiding voor agressief gedrag van de patiënt is de weigering van de huisarts om een bepaalde therapie of geneesmiddel voor te schrijven.

Hoewel artsen vaak met een bang hartje naar bepaalde probleemwijken trekken, laten ze niet zomaar met zich sollen. Bijna de helft van de huisartsen zegt maatregelen te nemen om de agressie tegen te gaan. Wie als huisarts deel uitmaakt van een wachtpost, kan doorgaans rekenen op een chauffeur die hem naar de patiënt brengt. Diens aanwezigheid is een extra garantie voor de huisarts. Maar niet alle huisartsen doen hun wacht in het kader van zo'n structuur. Volgens het Nationaal Syndicaat van Zelfstandigen (NSZ) behoort de grote meerderheid (twee derde) niet tot een wachtpost. Zij moeten andere middelen inschakelen, willen ze niet alleen naar de patiënt gaan. Dat varieert van de partner die opgevorderd wordt tot een vraag om assistentie door de politie.

Huisartsen proberen ook steeds vaker om weinig cash op zak te hebben. Sommige huisartsen vragen de patiënt in dat kader om elektronisch te betalen. En daar heeft het NSZ een oproep aan de volgende regering: maak de aanschaf van een bankterminal en de kosten voor een abonnement en de transacties fiscaal aftrekbaar. Dat zou dan kunnen gebeuren naar analogie met de verhoogde fiscale aftrek van veiligheidsinvesteringen. Daar geldt momenteel een fiscale aftrek van 120,50% voor materialen en 120% voor diensten. Een dergelijke demarche is volgens het NSZ noodzakelijk omdat de kosten voor elektronische betalingen snel oplopen. Bij Worldline (de marktleider) betaalt een ondernemer naast de maandelijkse huur van de terminal (vanaf 20 euro) ook nog een abonnementsprijs (tussen 8 en 24 euro per maand) en een kostprijs per transactie (tussen 7 en 19 eurocent).