Na intensieve onderhandelingen bereikte de Nationale Commissie Artsen – Ziekenfondsen (NCAZ) in de nacht van woensdag 17 december een akkoord over de gezondheidsconventie 2026-2027. Huisartsenvereniging Domus Medica nam via de Alliantie Artsenbelang – Domus Medica (AADM) deel aan de gesprekken met één duidelijke boodschap: investeren in de eerste lijn is cruciaal voor een sterke gezondheidszorg, besparingen zijn geen optie. Ondanks de beperkte budgettaire ruimte is dat gelukt: er komen geen besparingen bij de geaccrediteerde huisartsen. Met een volledige index van 2,72% voor raadplegingen wordt de waarde van onze intellectuele prestaties erkend. Bovendien is er extra budget vrijgemaakt voor taken die huisartsen achter de schermen uitvoeren.
De conventieonderhandelingen liepen dit jaar niet van een leien dakje. In een zeer korte tijdspanne moest een akkoord worden gezocht en dat binnen een bijzonder strak financieel kader. Door het lopende besparingstraject en de sterke vraag van de specialisten om de indexmassa volledig lineair toe te passen, was de financiële marge in eerste instantie beperkt. AADM bleef echter wegen op het debat en slaagde erin besparingen bij de geaccrediteerde huisartsen te vermijden en investeringen in de eerste lijn te garanderen.
Wat verandert er voor huisartsen?
De vergoeding voor het GMD, consultaties en huisbezoeken wordt volledig geïndexeerd met 2,72%. Voorstellen om deze indexering te beperken of niet toe te kennen, zijn mede dankzij AADM van tafel geveegd.
| Vergoeding 2025 | Indexatie | Vergoeding 2026 | |
|---|---|---|---|
| GMD | €32,23 | 2,72% | €33,11 |
| Huisbezoek | €47,28 | 2,72% | €48,57 |
| Consultatie | €32,84 | 2,72% | €33,73 |
Naast de volledige indexering maakte de NCAZ, onder impuls van AADM, een krachtig engagement om de toegankelijkheid en continuïteit van zorg in de eerste lijn te garanderen:
- In 2026 maken we ongeveer 21 miljoen euro vrij om huisartsenpraktijken te ondersteunen en hun cruciale rol in kwaliteitsvolle zorg te erkennen. Dit budget wordt verdeeld op basis van het aantal GMD’s via de praktijkpremie van de huisartsenpraktijk. Concreet betekent dit ongeveer 2,5 euro per GMD extra als waardering voor de inspanningen van huisartsen om patiënten continu en betrouwbaar te begeleiden.
- Voor 2027 is het de bedoeling dat de NCAZ eventueel extra budget voorziet, waardoor de ondersteuning kan stijgen naar ongeveer 5 euro per GMD.
Dankzij AADM is voorkomen dat deze maatregel op de Griekse kalender belandde. Het akkoord voorziet in een concrete uitvoering, en AADM zal nauwlettend toezien op de implementatie. Zo zorgen we ervoor dat afspraken effectief worden gerealiseerd.
Waar komt dit extra budget in 2026 vandaan?
Voor AADM was het essentieel dat het extra budget niet ten koste van de indexering van de huisartsen gaat. In 2026 komt er ongeveer 7 miljoen vrij uit het niet-benutte budget van de premie voor de ondersteuning van de huisartsenpraktijken. Daarnaast zullen de niet-geaccrediteerde artsen geen indexatie krijgen en zal hun honorarium dalen met 1,5 euro per raadpleging. Zo ontstaat een extra budget van in totaal 21 miljoen euro om de eerste lijn te ondersteunen, zonder dat geaccrediteerde huisartsen erop achteruitgaan.
Wat vindt AADM van het conventieakkoord?
Dit akkoord is meer dan een financiële regeling: het waarborgt de indexatie van de artsenhonoraria, biedt tariefzekerheid voor patiënten en legt de engagementen vast tussen artsen en ziekenfondsen voor de komende twee jaar. Een belangrijke stap vooruit voor zowel zorgverleners als patiënten. AADM is van mening dat dit conventieakkoord binnen de huidige moeilijke budgettaire context een evenwichtig resultaat vormt. AADM roept huisartsen en specialisten daarom op om dit akkoord te aanvaarden, zodat de maatregelen uitgevoerd kunnen worden, en de index wordt toegekend.
Dr. Maaike Van Overloop (voorzitter Domus Medica): “Dit akkoord is geen loutere intentieverklaring, maar een concreet engagement om te investeren in de eerste lijn, net zoals de gezondheidszorgdoelstellingen voorschrijven. Het is geen toeval dat de grote besparingen niet bij de eerste lijn zitten. Onder het motto ‘niet alleen woorden, maar ook daden’ zetten we de middelen in waar ze het meest doeltreffend zijn: bij de huisartspraktijken die dagelijks instaan voor toegankelijke zorg en continuïteit voor miljoenen patiënten.”
Wat staat nog in het akkoord?
Het nieuwe akkoord brengt, naast de volledige indexering en de extra waardering voor huisartsen, ook andere belangrijke verbeteringen:
- Verder onderzoek naar bindende triage voor niet planbare zorg, zodat patiënten sneller de juiste zorg krijgen op de juiste plaats.
- Meer flexibiliteit in het budget van de wachtposten
- Oplossingen voor de structurele problemen binnen het GMD
- Extra aandacht voor re-integratie bij langdurige arbeidsongeschiktheid
In bijlage vindt u een meer gedetailleerde toelichting bij deze maatregelen.
Hoe zetten we de volgende stappen in de eerste lijn?
Dr. Dieter Vercammen (voorzitter Artsenbelang): “We bevinden ons in budgettair uitdagende tijden. Toch zijn er binnen dit akkoord stappen gezet die een duidelijke meerwaarde betekenen voor specialisten, huisartsen en huisartsenpraktijken, vandaag én in de komende jaren. Het akkoord creëert ruimte om enkele noodzakelijke hervormingen verder uit te werken, met inspraak van het terrein en met aandacht voor de haalbaarheid ervan.”
Dit akkoord zet een aantal belangrijke krijtlijnen uit die concreet uitgevoerd zullen worden in de komende twee jaar. AADM houdt hier de vinger aan de pols. Er ligt veel werk op de plank om al deze broodnodige hervormingen uit te tekenen. AADM kijkt er dan ook naar uit om samen met zijn belangrijkste partner, Domus Medica, in deze werven te stappen. De kennis en expertise van Domus Medica, haar team en de enthousiaste ploeg van experten zijn cruciaal om het potentieel van dit akkoord waar te maken. We bruisen alvast van energie om er met veel goesting in te vliegen! Tot slot wenst AADM ook de experten die betrokken waren bij de onderhandelingen te bedanken.
Bijlage: wat staat nog in het akkoord?
Bindende triage voor niet-planbare zorg
De NCAZ erkent dat een groot deel van de spoed- en wachtpostconsultaties in de reguliere eerstelijnszorg kan worden opgevangen. De NCAZ ijvert voor een volwaardig triagesysteem via 1733, zodat de zorg minder overbelast raakt en patiënten sneller de juiste hulp krijgen. Dit voorkomt onnodige kosten en doublures door een geïntegreerde aanpak tussen eerstelijnszorg en ziekenhuizen.
Bindende triage voor niet-planbare zorg wordt verder onderzocht, in lijn met de gezamenlijke visienota van zorgactoren zoals Domus Medica en de spoedartsen. Een goed functionerend 1733-systeem is daarbij essentieel. Dit is een belangrijke stap om de instroom van patiënten beter te structureren en de continuïteit van zorg te waarborgen.
Meer flexibiliteit in het budget van de wachtposten
De financiering van wachtposten blijft in 2026 behouden en kan flexibeler worden ingezet. Tegelijk worden hervormingen en nieuwe KB’s voorbereid voor een gefaseerde uitrol tot 2029.
Oplossingen voor de structurele problemen binnen het GMD
Het akkoord erkent ook structurele problemen binnen het GMD, zoals gebrek aan transparantie, overnames zonder toestemming en moeizame rechtzettingen. Daarom worden twee werkgroepen opgericht: één voor technische oplossingen en één voor een duidelijke visie op het GMD. Het doel is onder andere om de therapeutische relatie te verankeren op het niveau van de huisartsenpraktijk via het GMD. Dit moet een oplossing bieden voor de recente problemen in de praktijk, nu het ID van de patiënt niet meer opgeslagen kan worden in het EMD.
De werkgroep voor technische oplossingen zal bestaan uit artsen, mutualiteiten, RIZIV en softwareleveranciers. Deze partijen werken samen om facturatie, uitbetalingen en gegevensuitwisseling structureel te verbeteren.
Extra aandacht voor re-integratie bij langdurige arbeidsongeschiktheid
Ook re-integratie bij langdurige arbeidsongeschiktheid krijgt aandacht: de NCAZ verbindt zich ertoe om bij vrijgekomen budget een vergoeding te voorzien voor het gebruik van het TRIO-platform en voor begeleiding van patiënten terug naar werk voor de behandelend arts. Dit wordt ook integraal meegenomen in de lopende hervorming van de nomenclatuur.