Gezondheidszorg voor asielzoekers

7 nov 2019

Het Federaal kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) stelt de overheid enkele maatregelen voor die moeten leiden tot een meer gelijke toegang tot de gezondheidszorg voor asielzoekers.

Elke migrant die op Belgische grondgebied aankomt en asiel aanvraagt, krijgt voor de duur van de procedure automatisch toegang tot gezondheidszorg. Zowel Belgische als internationale rapporten wijzen er echter op dat de toegang tot de zorg in ons land niet voor alle asielzoekers gelijk is. België schiet zo te kort in het naleven van internationale verdragen die het ondertekende. Een analyse van de huidige situatie door het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) wijst op een aantal obstakels voor een gelijke toegang tot de zorg die voornamelijk administratief van aard zijn.

De belangrijkste belemmering is dat de toegang varieert naargelang de verblijfplaats van de asielzoeker. Binnen de collectieve opvangcentra verlenen verpleegkundigen samen met huisartsen en ambulante psychologen het grootste deel van de eerstelijnszorg. Deze zorgverstrekkers worden betaald door Fedasil. Er bestaan echter ook veel lokale opvanginitiatieven waarbij asielzoekers vooral in individuele woningen verblijven die meestal door een OCMW worden beheerd. Als deze asielzoekers een zorgverstrekker willen raadplegen, moeten ze toestemming krijgen van het OCMW. In collectieve opvangcentra worden tandextracties, kinderbrillen, babymelk en sommige geneesmiddelen zoals pijnstillers of maagzuurremmers vergoed, terwijl OCMW’s zelfstandig kunnen beslissen of ze dat al dan niet terugbetalen. Ze moeten daarvoor hun eigen budget aanspreken. Voor gespecialiseerde zorg is de situatie nog complexer en ook voor niet-begeleide minderjarige asielzoekers is er een specifiek systeem in voege. Het OCMW kan een deel van zijn kosten verhalen op de FOD Maatschappelijke Integratie, maar die gebruikt andere principes dan Fedasil. Het naast elkaar bestaan van diverse systemen maakt het er niet makkelijker op voor asielzoekers noch voor zorgverstrekkers.

Het KCE vindt dat de overheid moet vertrekken vanuit drie basisprincipes: 

  • de opvangwet van 2007 voorziet materiële hulp voor asielzoekers, maar bepaalt ook dat rekening moet worden gehouden met hun specifieke behoeften, vooral wanneer ze als kwetsbaar worden beschouwd;
  • de toegang tot de gezondheidszorg mag niet afhangen van hun statuut of hun verblijfplaats;
  • de hervorming van de huidige organisatie van de gezondheidszorg voor asielzoekers moet leiden tot een eenvoudiger systeem.

Daarom stelt het KCE voor te werken met een globale enveloppe voor de financiering van de gezondheidszorg voor alle asielzoekers. Daarin zouden ook preventie, gezondheidspromotie en -ondersteuning vervat worden. Bij gebrek aan volledige gegevens is het wel onmogelijk de budgettaire impact hiervan te berekenen. “Gezien het aantal betrokken personen en de korte duur van hun zorg, kan echter worden aangenomen dat dit financieel haalbaar is”, aldus het KCE. De hamvraag is natuurlijk hoe de financiële enveloppe moet worden verdeeld. Er zijn grosso modo twee opties: ofwel worden alle asielzoekers gedekt door de verplichte verzekering ofwel wordt hun zorg centraal beheerd door Fedasil. Beide opties zijn voor het KCE even valabel.

Filip Ceulemans