Hoewel heel wat patiënten rechtsreeks de specialist raadplegen, blijft de huisarts het belangrijkste aanspreekpunt in de gezondheidszorg. Dat blijkt uit het derde rapport van de Gezondheidsenquête dat deze week werd bekendgemaakt.
De huisarts is de hulpverlener waarmee de grote meerderheid van de bevolking het meest te maken heeft. 94% van de bevolking heeft een vaste huisarts en 77% van de Belgen consulteert in een periode van één jaar minstens eenmaal zijn huisarts. Gemiddeld noteert men vier contacten met de huisarts per jaar per persoon. Bijna een kwart van de patiëntencontacten bij de huisarts zijn huisbezoeken, een aandeel dat jaar na jaar daalt. Minder dan 1% van de contacten zijn telefonische contacten. Een groot verschil met Nederland waar 5% van de contacten telefonisch gebeurt. De betere toegankelijkheid van de Belgische huisartsen speelt daar zeker een rol in. Wat de aard van de klachten tijdens een contact betreft, leert de Gezondheidsenquête dat het in 28% gaat om een nieuwe klacht of een nieuw gezondheidsprobleem en in 66% om een opvolgcontact of een chronisch probleem. In 6% van de gevallen was er geen klacht of gezondheidsprobleem, maar ging het om een preventief onderzoek, een vaccinatie of een pilvoorschrift. Vrouwen en ouderen raadplegen vaker een huisarts dan mannen en jongeren. Een gegeven dat bevestigd wordt: laaggeschoolden hebben dubbel zoveel contacten met de huisarts als hoogopgeleiden.
De perceptie van de huisarts door de patiënt is zeer positief. Dat wordt bevestigd dor enkele cijfers. Slechts 1% van de patiënten heeft een probleem met de wachttijd voor het vastleggen van een afspraak met de huisarts (bij een specialist is dat 10%). Meer dan 90% van de patiënten (91,9%) heeft bovendien geen probleem met de wachttijd in de wachtkamer van de huisarts. Minstens 95% van de patiënten geeft aan dat de arts voldoende tijd aan hen besteedt (97,7%), dat de arts de zaken op een voldoende verstaanbare manier uitlegt (98,1%), dat de arts de gelegenheid geeft om vragen te stellen of zorgen te uiten over de aanbevolen behandeling (98,1%) en dat ze zelf voldoende betrokken worden bij de beslissingen van de arts in verband met zorg en behandeling (95,8%). Daarmee staan de Belgische huisartsen op de eerste plaats voor elk van de vier onderwerpen in een onderzoek uitgevoerd door de Oeso. Voor elk van de vier items scoren de huisartsen beter dan de specialisten.