Ethisch gebruik van eHealth en mHealth

2 jun 2016

De Nationale Raad van de Orde van Artsen heeft een deontologische en medisch-ethische reflectie gemaakt over het gebruik van eHealth en mHealth binnen de gezondheidszorg.

Voor zijn advies vertrekt de Nationale Raad van de definitie die de American Telemedicine Association al in 2013 gaf voor eHealth: “The use of medical information exchanged from one site to another via electronic Communications to improve a patiënt’s clinical health status.” In eerdere adviezen over eHealth moedigde de Orde het gebruik aan van een goed beveiligd platform voor gegevensdeling, wees ze de arts op zijn rol bij het verkrijgen van toestemming van de patiënt en wees ze de patiënt op zijn verantwoordelijkheid voor de authenticiteit van de aangeleverde informatie. De Orde toonde zich in het verleden niet meteen voorstander van telegeneeskunde omdat in een land met een vlotte toegang tot een betaalbare gezondheidszorg het persoonlijk contact tussen arts en patiënt erg belangrijk is. “Een zorgvuldige anamnese en klinisch onderzoek blijven de hoeksteen van de geneeskundige praktijk.”

Voor zijn medisch-ethische reflectie maakt de Orde gebruik van het zogenaamde ‘principlisme’, een universeel bruikbaar kader dat steunt op vier principes: autonomie, ‘beneficence’, ‘non-maleficence’ en ‘justice’. Op vlak van autonomie kan de patiënt de informatiedeling over zijn gezondheid stroomlijnen op basis van zijn toestemming. Hij heeft recht op inzage en hij heeft het recht op correctie of weglating. Om de informationele privacy te beschermen, is de therapeutische relatie tussen arts en patiënt van primordiaal belang. De permanente beschikbaarheid van gezondheidsgegevens voor alle zorgverstrekkers ongeacht de locatie of de bewustzijnstoestand van de patiënt wordt als bijzonder positief (beneficence) ervaren. Het risico dat deze vaak gevoelige gegevens in verkeerde handen zouden vallen (non-maleficence) vraagt voortdurende waakzaamheid. Op vlak van rechtvaardigheid (justice) stelt de Orde vast dat het eHealth-platform in ons land voor alle patiënten toegankelijk is.

ethiek grHet tweede luik van de medisch-ethische reflectie van de Orde ging over mHealth, wat staat voor ‘mobile health’ of geneeskunde die ondersteund wordt door mobiele apparaten die medische gegevens registreren. Een gegeven dat in de nabije toekomst enkel aan belang zal winnen. Ook hier moet bijzonder aandacht gaan naar de geïnformeerde toestemming van de patiënt (autonomie). Op lange(re) termijn zal het vergaren van informatie over objectieve gezondheidsgegevens wel een belangrijke bijdrage leveren in de opvolging van (chronische) aandoeningen (beneficence). Nog op te stellen protocollen moeten mogelijk negatieve effecten voorkomen (non-maleficence). De Orde denkt daarbij aan zeer uiteenlopende gevaren: vals gevoel van veiligheid, overmedicalisering en overconsumptie, onderhoud van de apparatuur en het passend gevolg bij een alarmsituatie. mHealth lijkt een antwoord te kunnen bieden op de groeiende kostprijs van de gezondheidszorg. Het blijvend waarborgen van een kwaliteitsvolle zorg voor alle patiënten moet echter een absolute vereiste zijn bij de aanwending van mHealth (justice). Verschuiving van de beschikbare middelen lijkt dan ook onvermijdelijk en noodzakelijk.

“eHealth en mHealth zijn onmiskenbare begrippen geworden binnen de zorg. Toch blijven e-mpathie en m-edeleven voor de patiënt een onmiskenbare plaats hebben binnen het therapeutische arsenaal en zullen zij nooit door enige technologie vervangen kunnen worden”, besluit de Nationale Raad met een knipoog.