Erkenning huisartsen: partijen leggen andere nuances

16 mei 2012

Enkele weken geleden raakte bekend dat ongeveer 6600 huisartsen niet langer aan de voorwaarden voldoen om als huisarts erkend te worden. In de commissie Volksgezondheid van de Kamer beantwoordde minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Laurette Onkelinx (PS) vragen over dat onderwerp. 

Eind maart kregen 6580 huisartsen een brief in de bus van de federale overheidsdienst Volksgezondheid waarin ze erop gewezen werden dat ze niet langer voldoen aan bepaalde erkenningsvoorwaarden om als huisarts erkend te worden. Onlangs kreeg minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Laurette Onkelinx (PS) hierover een aantal vragen voorgeschoteld in de kamercommissie Volksgezondheid. Opmerkelijk is dat de politieke partijen het onderwerp vaak op erg verschillende wijze aanpakken. 

Open VLD’er Luk Van Biesen hamerde vooral op het feit dat de huisartsen die niet langer erkend zijn, toch nog steeds een sociaal statuut uitgekeerd krijgen omdat ze de conventie hebben aanvaard (of in hun geval beter: niet verworpen). Het bedrag van meer dan 30 miljoen euro dat hiervoor in de begroting 2012 wordt voorzien, is volgens Van Biesen onrechtmatig gebudgetteerd. ‘Wat zult u doen met de uitkering van 4324,69 euro voor niet-erkende huisartsen?’, luidde dan ook de verwachte vraag van het liberale kamerlid. ‘De erkenning als huisarts heeft geen enkele invloed op het sociaal statuut. Dat statuut is er voor elke arts met een Riziv-nummer, zonder dat men in het kader van het Riziv eisen stelt in verband met activiteiten. Het is immers niet omdat die artsen geen activiteiten uitvoeren waarvoor een terugbetaling gebeurt, dat ze niet actief zijn en in het kader van de volksgezondheid een belangrijke rol hebben.’ Een gegeven waar Van Biesen problemen mee heeft: ‘Indien iemand geen huisartsenpraktijk heeft, kan hij ook niet genieten van de (fiscale) voordelen.’

2017

Reinhilde Van Moer (N-VA) wilde dan weer weten wanneer de intrekking van de erkenning van de erkenning effectief ingaat. ‘In 2006 deelde Rudy Demotte al mee dat 3000 huisartsen hun erkenning dreigden te verliezen, maar de dat de echte evaluatie pas vijf jaar later zou volgen. Nu, zes jaar later, volgt een evaluatie, die als volgt luidt: jullie voldoen niet aan de criteria, maar een intrekking is nog niet voor vandaag, laat staan voor morgen. Voor wanneer dan wel? Wanneer komt er eindelijk duidelijkheid?’ Zonder een echt antwoord op de vraag te geven, liet Onkelinx uitschijnen dat er geen intrekking van erkenningen moet verwacht worden voor 2017. ‘De huidige gegevens van het Riziv hebben betrekking op het jaar 2010, het jaar waarin de criteria voor erkenning een Koninklijk Besluit werden vastgelegd. Elk jaar ontvangen artsen die niet aan de criteria voldoen een verwittigingsbrief. Indien een huisarts gedurende vijf opeenvolgende jaren niet aan de voorwaarden voldoet en hij zijn toestand niet tijdig heeft geregulariseerd, nadat hij werd uitgenodigd om zich voor de erkenningscommissie voor de huisartsgeneeskunde te verantwoorden, wordt zijn erkenning ingetrokken.’

Zowel Stefaan Vercamer (CD&V) als Cathérine Fonck (CDH) vroegen aandacht voor huisartsen die niet aan de criteria voldoen. Volgens Fonck, zelf arts en ooit nog minister van Volksgezondheid in de Waalse regering, stroken de criteria niet met de realiteit. ‘Heel wat huisartsen werken vandaag deeltijds, of zelfs voltijds, in een ziekenhuis. Zij zien patiënten, nemen deel aan de wachtdiensten en houden medische dossiers bij. Toch voldoen ze niet aan de criteria die de overheid vastlegt. Indien deze huisartsen hun erkenning verliezen, brengt dat de werking van de ziekenhuizen in het gedrang.’ Dezelfde bekommernis leeft bij Stefaan Vercamer die niet alleen aan huisartsen op spoeddiensten van ziekenhuizen denkt, maar ook aan bedrijfsartsen, artsen in CLB’s, ziekenfonds- en verzekeringsartsen en Artsen zonder Grenzen. Op hun suggesties en vragen ging Onkelinx helemaal niet in.