Een bewijs van aanwezigheid op een medische raadpleging mag niet verward worden met een medisch attest van ongeschiktheid

De Nationale Raad van de Orde der Artsen bracht recent een advies uit over het verschil tussen een bewijs van aanwezigheid op een medische raadpleging en een medisch attest van ongeschiktheid. 

Ook al worden beide documenten gebruikt om de realiteit van een feit vast te stellen tegenover derden, toch hebben ze een verschillend doel.

Een bewijs van aanwezigheid op een medische raadpleging is zuiver bedoelt om te bewijzen dat de patiënt aanwezig was op een raadpleging, terwijl een medisch attest van ongeschiktheid dient om te verklaren dat de patiënt door zijn gezondheidstoestand niet in staat is om iets te doen bijvoorbeeld: om te werken.

Indien er tijdens de raadpleging geen ongeschiktheid van de patiënt wordt vastgesteld, overhandigt de arts hem geen ongeschiktheidsattest, maar kan hij wel een bewijs van aanwezigheid op de medische raadpleging afleveren. 

Of het nu op het werk of op school is, de gevolgen van afwezigheid door ziekte kunnen verschillen van die van afwezigheid door een andere oorzaak zoals bijvoorbeeld: ziekte van een familielid of een medische raadpleging.

De arts moet er rekening mee houden dat het document dat hij aflevert tegenwerpelijk is aan een derde partij. Daarom dient hij precies te beschrijven wat hij attesteert om de derde partij niet te misleiden over de gevolgen van het aan de patiënt afgeleverde document. Sowieso dient om het even welk medisch document waarheidsgetrouw, objectief en voorzichtig te worden opgesteld overeenkomstig artikel 26 van de Code van medische deontologie.

De Nationale Raad van de Orde der artsen besluit dat de arts enkel een ongeschiktheidsattest verstrekt wanneer uit zijn vaststellingen, op basis van een klinisch onderzoek of van objectieve gegevens uit het medisch dossier (bijvoorbeeld een ziekenhuisopnameverslag), blijkt dat de patiënt door zijn gezondheidstoestand niet in staat is om een bepaalde handeling te verrichten bijvoorbeeld: om te gaan werken.

Yente Reinenbergh
Jurist