Dr. Ralph Pacqueu: "Veel gedaan, nog veel te doen"

28 mei 2013

Sinds 2011 reikt Domus Medica naast de Prijs van de Vlaamse en de Brusselse Huisarts ook jaarlijks een Carrière-Award uit aan een huisarts die zich uitzonderlijk ten dienste heeft gesteld van de verdediging van de Vlaamse huisartsen. Na Louis Ferrant en Jos De Smedt ging de prijs dit jaar naar Ralph Pacqueu.

Ralph gr

De commentaar in de wandelgangen op de uitreiking van de Carrière-Award aan de Roeselaarse huisarts waren unisono: als er iemand deze prijs verdient, dan is het wel Ralph Pacqueu. In zijn dankwoord tijdens de Dag van de Huisarts stelde dr. Pacqueu dat er heel wat werk gedaan is, maar dat er ook nog heel wat te realiseren valt. En dat hij de Carrière-Award dan ook niet ziet als een 'Lifetime Achievement Award' of een afscheidsprijs, maar wel als een aanmoedigingsprijs om voort te gaan op de ingeslagen weg.

Wanneer we hem vragen naar de belangrijkste realisatie tijdens zijn carrière als verdediger van de kringen, moet dr. Pacqueu niet lang nadenken: de erkenning van de kringen in 2002 door toenmalig minister van Volksgezondheid Magda Aelvoet. "Dat blijft een van de grootste realisaties van het toenmalige Uhak, de Unie van Huisartsenkringen, voor het samen met de Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse Huisartsen en het Vlaams Huisartsenparlement opging." 

Maar ook het werk dat met het kringloket van Domus Medica werd verzet in de Federale Raad voor Huisartsenkringen, valt volgens dr. Pacqueu niet te onderschatten. "We hebben daar toch wel enkele praktische zaken gerealiseerd voor de huisartsen. Bijvoorbeeld inzake wachtdiensten en wachtposten. We haalden er ook de volledige vaccinatiecampagne tegen de Mexicaanse griep naar de huisartsen en maakten afspraken rond alerts bij rampen. Voortaan verwittigt de overheid meteen de huisartsen uit de regio waar een ramp is gebeurd. We sleepten er tevens een beschikbaarheidhonorarium uit de brand en gaven heel wat adviezen over de LMN's", somt dr. Pacqueu enkele van de realisaties op. 

Maar zoals dr. Pacqueu stelde tijdens de Dag van de Huisarts: er is niet alleen veel gedaan, er moet ook nog steeds veel gedaan of gerealiseerd worden. Het stokpaardje van dr. Pacqueu blijft de realisatie van de derde kringpijler. "Ik heb steeds gezegd dat de huisartsenkringen meer doen dan ze wettelijk verplicht zijn, bijvoorbeeld inzake navorming, de organisatie van de Lok's of als verlengstuk van de overheid naar de huisartsen. Dat zou allemaal eens grondig moeten beschreven worden." 

carriere-award"Ik betreur ook dat er nog steeds geen echt huisartsensyndicaat is en dus ook geen echte huisartsenvertegenwoordiging en geen apart huisartsenbudget. Nochtans is dat een absolute noodzaak. Vandaag loopt de syndicale vertegenwoordiging mank. En dat is niet de schuld van de syndicaten, maar wel van het systeem. De overheid wil dat bewaren. Domus Medica zou echt  een syndicaat moeten worden. De overheid heeft dat steeds moeilijk gemaakt, wat impliceert dat ze willen beletten dat Domus Medica tot een echt syndicaat uitgroeit. Als dat zo is, dan is dat waarschijnlijk het beste bewijs dat het nodig is om dit te blijven nastreven."

De staatshervorming ziet dr. Pacqueu als een specifieke uitdaging. "Eigenlijk komt dit slecht gelegen. Net op het moment dat de huisarts zich herdenkt binnen de nieuwe evoluties inzake bijvoorbeeld multidisciplinariteit, worden we geconfronteerd met de overheveling van bevoegdheden naar Vlaanderen. Maar we weten nog niet wat de nieuwe spelregels zullen zijn. Dat zorgt voor onzekerheid. Ook bijvoorbeeld op financieel vlak: hoe zal Vlaanderen omgaan met de financiering van de huisartsenkringen? In het verleden toonde Vlaanderen zich niet steeds erg kringminded. Daarom is het de hoogste tijd dat er duidelijkheid geschapen wordt. De afgelopen jaren bouwden we binnen de federale overheidsdiensten, het Riziv en de ministeries de nodige contacten op. Ook die verdwijnen bij een overheveling. Het opnieuw uitbouwen van een netwerk, kost weer ettelijke jaren."

Dr. Pacqueu besluit met een waarschuwing voor de jonge en de toekomstige huisartsen. "Ik stel vast dat het adagium dat de huisarts de centrale spilfiguur is, stilaan naar de achtergrond verdwijnt. We mogen deze centrale rol echter niet prijsgeven. We mogen ons niet in een hoekje laten drummen. Ik stel vast dat de ziekenhuizen met zorgpaden en andere klinische paden steeds meer eerstelijnswerk op zich nemen. We moeten opletten dat er geen sprake is van een echte invasie. Daarom roep ik de jonge huisartsen op om mee te werken aan het huisartsenmodel van de toekomst. Zij moeten dat uitwerken, want zij moeten ook binnen dat kader werken."