Conventie goedgekeurd

5 mrt 2015

Een ruime meerderheid van de artsen (bijna 80%) schaart zich achter de conventie. Dat is meer dan bij de vorige conventie.

Tot vorige week vrijdag hadden huisartsen en specialisten de tijd om zich te deconventioneren. Uit de eerste cijfers die het Riziv maandag bekendmaakte tijdens de vergadering van de medicomut, blijkt dat een ruime meerderheid van bijna 79% van de geaccrediteerde artsen zich achter het akkoord schaart.

Op de kop af 2085 huisartsen stuurden in de loop van de afgelopen weken een brief naar het Riziv waarin ze verklaren niet akkoord te gaan met de tekst van het akkoord dat artsensyndicaten en ziekenfondsen (het eerste akkoord dat mee onderhandeld werd door vertegenwoordigers van AADM) in december van vorig jaar afsloten. Dat komt neer op ongeveer 11,38% van de huisartsen. De vorige jaren lag het deconventiecijfer bij de huisartsen steeds een klein beetje hoger: 2202 (12,13%) in 2013 en 2183 (12,11%) in 2012. Traditioneel ligt het aantal deconventies bij de specialisten hoger.

Het cijfer dat hierboven gegeven wordt, is dat van wat het Riziv de 'actieve' huisartsen noemt. Bekijkt men enkel de geaccrediteerde huisartsen, dan ligt het percentage iets hoger: 21,5% weigeringen in Vlaanderen, 18,2% in Wallonië en 27,3% in Brussel. Op nationaal vlak komt dat neer op 21,12% niet-geconventioneerde huisartsen.

Normaal volgen er eind deze week meer gedetailleerde cijfers van het Riziv over het aantal deconventies per specialisme en per arrondissement.