Psychotherapie en antidepressiva worden best gecombineerd. Ziet een patiënt deze aanpak niet zitten, dan moet psychotherapie de voorkeur krijgen. Dat staat te lezen in een rapport van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) dat vandaag gepubliceerd werd.
Depressie is een vaak voorkomende aandoening (zie ook 'Belg is blijkbaar niet erg gezond') en de belangrijkste oorzaak van langdurige arbeidongeschiktheid in België. Gemiddeld duurt een depressie (verlies aan interesse en plezier in de dagelijkse activiteiten, neerslachtigheid, slaap- en eetproblemen) vier tot zes maanden, maar ook langere periodes van depressie zijn niet zeldzaam. Grosso modo bestaan er twee soorten therapie bij depressie: psychotherapie en antidepressiva. Tegenwoordig wordt algemeen aanvaard dat beide therapieën elkaar kunnen aanvullen. Met als aanleiding de recente erkenning van de klinisch psychologen, onderzocht het KCE welke therapie de voorkeur geniet.
De onderzoekers gingen na of en in welke mate de symptomen van depressie afnamen, de patiënt opnieuw normaal kon functioneren in de maatschappij, en of herval werd voorkomen op langere termijn. De studie had niet als doel om de verschillende soorten psychotherapie of antidepressiva onderling te vergelijken. Bedoeling was vooral de globale doeltreffendheid van psychotherapie te vergelijken met die van geneesmiddelen, alleen of in combinatie ermee. Uit het onderzoek blijkt dat een aanpak van psychotherapie samen met antidepressiva de voorkeur geniet. Wil de patiënt hierin niet meestappen, dan pleiten de onderzoekers voor het primaat van de psychotherapie. Op korte termijn is dat minstens even doeltreffend als antidepressiva, op langere termijn zelfs doeltreffender. Antidepressiva worden best niet alleen voorgeschreven, maar steeds in combinatie met psychotherapie. Probleem is echter dat in België antidepressiva terugbetaald worden, terwijl psychotherapie enkel in de terugbetaling zit wanneer ze verstrekt wordt door een psychiater. Op de vraag of ook psychotherapie door niet-artsen terugbetaald moet worden, spreekt het KCE zich (nog) niet uit. "De patiënt moet eerst voldoende garanties krijgen over de kwaliteit van de therapie."